We snappen allemaal het grote verschil tussen een opening en een open deur. Het een brengt iets nieuws en het ander iets dat we allang wisten. Maar wat is er zo aantrekkelijk aan het gluren door een kiertje? Is het alleen de hoop dat er dit keer wel geluk achter schuilgaat? Waarom worden we dan bang van de kier langs het douchegordijn? Zijn hoop en vrees altijd de twee gezichten van het verleidelijke? En bestaat de aantrekkingskracht van het ongewisse juist uit een beetje angst? Hoe kan angst de drijfveer van nieuwsgierigheid zijn? Ligt verleiden dichter bij lijden dan we zouden willen? Volgens psychoanalyticus Paul Verhaeghe begrepen Freud en Lacan de bron van het genot. ‘Wanneer de baby een spanningsverhoging ervaart en begint te huilen, verschijnt als bij toverslag de moeder.’
Even tussendoor …
Meer van hetzelfde anders zien? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
