Tijdens mijn onderzoek in het Walter Benjamin Archief in Berlijn stuit ik op een bijzonder document: Benjamins paspoort. Het bevat de sporen, in de vorm van stempels en visa, van de vele omzwervingen die deze Duits-Joodse intellectueel in de jaren twintig en dertig door Europa maakte: eerst voor vakanties en studiereizen naar Napels, Capri en Ibiza, en als verslaggever naar Moskou en Marseille, later als balling naar Parijs, bij zijn vriend Brecht op bezoek in Denemarken en, ten slotte, op weg naar de Verenigde Staten. Het bestuderen van dit document stemt me somber, omdat ik de afloop van de laatstgenoemde reis ken. Benjamin werd, op de vlucht voor de oprukkende nazi’s, bij een grensovergang in de Pyreneeën tegengehouden om te worden uitgeleverd. In het besef van het lot dat hem te wachten stond, benam hij zichzelf het leven.
Van een afstand beschouwd, blijft het schandalig dat een stukje papier – want meer is een paspoort eigenlijk niet – het verschil kan maken tussen doorgaan of blijven, en daarmee soms tussen leven en dood. Zygmunt Bauman zei al dat de wereldbevolking is verdeeld in toeristen en vagebonden: zij die vrijwillig reizen en zij die, door vervolging, rampspoed of armoede, ertoe gedwongen worden. Voor de eerste groep ziet de wereld er rooskleurig uit: reizen is immers steeds gemakkelijker, sneller en goedkoper. Ook deze zomer zullen we er weer massaal op uittrekken, en terwijl onze grootouders nog op de fiets naar Dwingeloo gingen en onze ouders met de auto naar Frankrijk, moeten wij op z’n minst met het vliegtuig naar Maleisië. Ondertussen sluit het net zich wereldwijd steeds strakker rond de vagebonden. In de VS worden asielzoekers nu als misdadigers behandeld, en worden kinderen van hun ouders gescheiden. In België kwam onlangs het tweejarige Koerdisch-Iraakse meisje Mawda om het leven door een kogel, na een achtervolging door de politie.
Benjamin was een toerist die vagebond werd. In Portbou, de plek waar hij zijn einde vond, is een gedenkplek opgericht: een stalen doodlopende trap naar beneden, alwaar de bezoeker een beangstigend panorama over de woeste rotskust van de Middellandse Zee wacht. Op de glazen wand staat een citaat van Benjamin vermeld: ‘Het is moeilijker de nagedachtenis van de naamlozen te eren dan die van de beroemden. Historische constructie is gewijd aan de nagedachtenis van de naamlozen.’ Aldus is deze plek, net als Benjamins oeuvre, een monument voor de vele naam- en paspoortlozen die nog altijd ten prooi vallen aan de grens.
Dit artikel is exclusief voor abonnees