Home Thijs Lijster: Topcrimineel

Thijs Lijster: Topcrimineel

Door Thijs Lijster op 20 maart 2018

Cover van 04-2018
04-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Wat stelt het beroven van een bank voor in vergelijking met het oprichten van een bank?’ Deze als provocatie bedoelde retorische vraag van Bertolt Brecht lijkt tegenwoordig een algemeen gevoel uit te drukken. De publieke verontwaardiging over de loonsverhoging van ING-topman Ralph Hamers afgelopen maand was dusdanig heftig dat de bank zich genoodzaakt zag die terug te draaien. Tegelijkertijd verlustigde datzelfde publiek zich dagelijks aan het nieuws over Willem Holleeder, de nationale knuffelcrimineel. Holleeder, die eerder aanschoof bij College Tour en hoofdrolspeler was in kaskrakers en bestsellers, is nu hoofdverdachte in het proces van de eeuw, dat door de media gevolgd wordt met een soms aan obsessie grenzende fascinatie.

Holleeder is natuurlijk niet de eerste crimineel die een sterrenstatus krijgt. John Dillinger, die in de jaren dertig in de VS meer dan twintig banken beroofde, werd door velen beschouwd als een soort nieuwe Robin Hood. Later werd hij het onderwerp van vele films, vrij recent nog met Johnny Depp in de hoofdrol. 

Maar meer nog deed de collectieve fascinatie voor Holleeder mij denken aan Der Mann ohne Eigenschaften van Robert Musil. Musil beschrijft daarin hoe heel Oostenrijk-Hongarije op zeker moment in de ban is van de moordenaar en verkrachter Christian Moosbrugger. Dagelijks staan de kranten vol over zijn proces, en in de salons wordt druk gediscussieerd of hij nu een monster is, een slachtoffer van zijn opvoeding of omstandigheden, of simpelweg krankzinnig. Musils roman was eerst en vooral bedoeld als satire op de door schone schijn, koele berekening en kleinburgerlijkheid gedomineerde dubbelmonarchie. Het personage Moosbrugger lijkt daarbinnen dan ook het duistere tegenbeeld, het vleesgeworden onbewuste. Ulrich, de man zonder eigenschappen uit de titel en hoofdpersoon van de roman, is geïnteresseerd in Moosbruggers gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef. In zijn ogen waren zijn wandaden ‘op hem af gekomen, aan komen vliegen als vogels’. Clarisse, de artistieke en verveelde vriendin van Ulrich en getrouwd met de koele Walter, raakt zelfs volledig geobsedeerd door Moosbrugger, in wie zij een soort nietzscheaanse Übermensch ziet. 

‘Als de mensheid in haar geheel zou kunnen dromen’, concludeert Ulrich nadat het doodvonnis is uitgesproken, ‘moest er Moosbrugger ontstaan.’ Inderdaad is Moosbrugger, zoals vandaag Holleeder, een droombeeld, een terugkeer van onderdrukte en ontkende verlangens naar transgressie, zinloze verspilling en destructie. De morele verontwaardiging over de topbankier en de fascinatie voor de duistere wereld van de topcrimineel zijn dan ook twee kanten van dezelfde medaille.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.