Home Thijs Lijster: Banksy

Thijs Lijster: Banksy

Door Thijs Lijster op 22 oktober 2018

Thijs Lijster: Banksy
Cover van 11-2018
11-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Het was groot nieuws afgelopen maand: een kunstwerk van de Britse kunstenaar Banksy dat door veilinghuis Sotheby’s in Londen verkocht werd, begon zichzelf seconden nadat het definitieve bod van 1,2 miljoen euro gevallen was te vernietigen. De verbijsterde aanwezigen zagen hoe het doek achter de lijst vandaan zakte en in lange repen uiteenviel. In een filmpje dat kort na de stunt verspreid werd, was te zien hoe de kunstenaar, wiens ware identiteit tot op heden onbekend is, tijden terug een op afstand bedienbare papierversnipperaar in de lijst had gemonteerd.

Banksy’s stunt staat niet op zichzelf. Zowel musea als privécollecties zijn tegenwoordig gevuld met kunstwerken die nooit bedoeld waren om de tand des tijds te doorstaan. Kunstenaars verzetten zich al zeker een eeuw tegen musealisering en commodificatie (in de vorm van verzamelen en handel) door eenmalig, vluchtig of vergankelijk werk te maken. Voor body artists, zoals de Franse kunstenares Orlan, is het eigen lichaam het medium, terwijl de Ess-kunst van Daniel Spoerri zo lang houdbaar is als haar ingrediënten. Of wat te denken van street art, waar Banksy zelf groot mee is geworden, of land art, zoals de beroemde Spiral Jetty van Robert Smithson? Dergelijke werken maken niet alleen tentoonstelling in het museum of kunsthandel moeilijk, maar ze bekritiseren ook de notie van ‘eeuwige schoonheid’ zelf. Ze zetten de bijl in het principe dat sinds de Oudheid gold: ars longa, vita brevis – de kunst is lang, het leven is kort.

We’ve been Banksied’, zei de directeur van Sotheby’s. De vraag is echter of die uitdrukking negatief bedoeld was: volgens kenners is het vernielde doek dankzij de mediagenieke stunt van de kunstenaar alleen maar meer waard geworden. En zo moet telkens de zelfvernietigende kracht van de kunst het afleggen tegen de macht van de markt. Zelfs de meest vergankelijke werken kunnen op een of andere manier geconserveerd en dus ook verhandeld worden (en soms werkt de kritische kunstenaar daar trouwens maar al te graag aan mee). Eenmaal succesvol is de kunstenaar als koning Midas: alles wat hij aanraakt verandert in goud. Zoals bekend begon Midas echter zijn gave te vervloeken zodra hij merkte dat ook al het voedsel dat hij aanraakte in goud veranderde, en zelfs zijn dochter toen hij haar omhelsde. Zo vergaat het ook de kunstenaar: de gouden hand tast de levenskracht van zijn kunst aan, en net zo wanhopig als Midas zoekt hij naar manieren om zijn toverkracht ongedaan te maken.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.