Home Stine Jensen: Wankelmoedig

Stine Jensen: Wankelmoedig

Door Stine Jensen op 26 februari 2015

Cover van 03-2015
03-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Michel Houellebecq is geen atheïst meer. Hij is agnost geworden, en dat is ‘géén dekmantel voor het atheïsme’, zoals hij het onlangs fraai formuleerde in een lezenswaardig interview in NRC Handelsblad. Hij weet écht niet of er een Schepper bestaat.

Omdat Houellebecq de derde persoon in zeer korte tijd was die zichzelf tot een ‘bekeerling’ verklaarde – twee mensen in mijn omgeving waren van atheïst katholiek geworden – raakte ik in de ban van het fenomeen. De stap van atheïst naar agnost lijkt me niet zo’n radicale als die van atheïst naar katholiek. Van die laatste bekering kan ik geen chocola maken. Hoe kun je van de ene op de andere dag in God gaan geloven? Hoe gaat zoiets?
Zo gaat dat ook niet. Tenminste, niet volgens de literatuurwetenschapper Hans van Stralen. In zijn proefschrift Gehoor geven, een discursieve benadering van de religieuze bekering (2012) biedt hij een alternatieve kijk op het fenomeen. Volgens hem is er te veel aandacht voor psychologische en sociologische verklaringen voor bekeringen en te weinig voor het talige element. Hij wil bekering als een gradueel concept zien. Het is niet ‘wel’ of ‘niet’, maar een proces, waarbij je, om met Wittgenstein te spreken, in een nieuw taalspel terechtkomt en vertrouwd raakt met nieuwe concepten waar je in gaat wonen. Het lijkt achteraf alsof het van het ene op het andere moment gebeurde omdat je de bekering reconstrueert als een ‘voor’ en een ‘na’. Hans van Stralen voegt er iets interessants aan toe. Hij stelt dat er in de huidige onderzoeken naar radicalisering van geloof beter gelet zou moeten worden op talige uitingen. In welk taalspel begeeft iemand zich? Hoe verandert iemands taalgebruik?

Nadat Michel Houellebecq God een beetje heeft gereanimeerd, verklaart hij, wijzend op de toenemende religiositeit in de wereld, prompt de Verlichting dood. Dat lijkt me onzin. Het zou kunnen dat als je zelf zwanger bent, je de rest van de wereld levenloos vindt, maar het taalspel van de Verlichting (vrijheid van meningsuiting, autonomie, rede) is volgens mij, en gelukkig maar, nog altijd springlevend.

En passant merkt Houellebecq op dat je feministen hebt en vrouwen. Feministen zijn vrouwelijke bekeerlingen. Met Van Stralen zou je kunnen zeggen dat ook hier geldt dat je niet per se ‘feminist’ bent of ‘niet’. Je kunt het een beetje zijn, zoals je ook agnost kunt zijn. Daar zou een woord voor moeten komen. In tijden van radicale positionering lijkt me de tussenpositie, die van de ‘wankelmoedige’, zoals Désanne van Brederode het zo mooi noemt, er een om te koesteren.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.