Home Stine Jensen: Waar is mijn fornuis?

Stine Jensen: Waar is mijn fornuis?

Door Stine Jensen op 01 december 2016

Cover van 12-2016
12-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Ik las een leuk boek over een man die erachter probeert te komen hoe je man moet zijn in de eenentwintigste eeuw: Waar is mijn speer. Ooit liep de Britse journalist Tim Samuels nog samen met zijn maten door de savanne achter wild aan te jagen, maar nu zit hij dag en nacht in benauwde ruimtes achter een computer te werken en heeft hij een baas. En daar is het mannenlichaam oorspronkelijk niet voor ontworpen.

De mannelijke energie komt in de veeleisende 24-uurs economie waarin werk je complete identiteit en status bepaalt niet op een gezonde manier naar buiten, met desastreuze gevolgen: mannen zijn disproportioneel vertegenwoordigd als het gaat om depressie, suïcide, schizofrenie, pornoverslaving, geweldsdelicten, criminaliteit. Dat contact met je lijf en je oerdrift zou je moeten herstellen als man: leren praten over je gevoelens, je energie eruit gooien met sport, een man-tribe opzoeken.

Ik sloeg aan het fantaseren. Stel je voor dat ik zou vertellen hoe ik als westerse hardwerkende carrièrevrouw het contact met mijn verzamelaarsinstinct kwijt was geraakt. In plaats van in mijn hol achter het fornuis te staan en warme dampende soepen te schenken, zit ook ik nu dag en nacht naar een scherm te turen. Klachten waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn te over: burn-out, passieve-agressieregulatie, eetstoornissen, minderwaardigheidscomplex, depressie enzovoort. En waar is trouwens míjn woman-tribe om dit alles mee te bespreken? Tim Samuels heeft een punt: de focus op economie en werk-identiteit heeft voor zowel mannen als vrouwen vele ongezonde bijproducten. Zijn oplossing luidde: ‘goede mannelijkheid’ – de energie (thymos zouden de oude Grieken zeggen) reguleren ten bate van de maatschappij. Ik fantaseerde verder. Zou het voor vrouwen ook zo kunnen werken? Goede vrouwelijkheid, mijn oestrogeen als positieve kracht leren gebruiken…?

In Graceful Women schrijft de antropologe Constance Elsberg over een groep Amerikaanse hoogopgeleide carrièrevrouwen die zich aansluiten bij een spirituele gemeenschap waar ze in vrouwenkampen met vrouwenzaken aan de gang gaan: opnieuw in contact met het vrouwelijk lichaam, cycli, moederschap enzovoort. Wat bleek? De vrouwen voelden zich gelukkiger met deze vrouwenruimte – niet in de laatste plaats omdat ze niet meer in oppositie tot mannen leven, maar zich ook richten op de in de gejaagde economie verloren gegane vrouwelijke kwaliteiten. Ik schrok wakker. ‘Goede vrouwelijkheid…’ Stel je voor! Ik zou op de brandstapel gegooid worden, voor antifeminist, essentialistisch, biologistisch en conservatief uitgemaakt. En toch.

Mijn fornuis. Waar is mijn fornuis?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.