Home Stine Jensen: Spion

Stine Jensen: Spion

Door Stine Jensen op 26 september 2018

Stine Jensen: Spion
Cover van 10-2018
10-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Ik heb vaak gefantaseerd hoe ik op een dag benaderd zou worden door de AIVD met het verzoek te infiltreren in de geheime levens van anderen. Ik heb inmiddels zoveel spynovels gelezen (William Boyd, John le Carré) en series gezien (The Night Manager) dat ik alles weet over de tactieken die ik zou moeten toepassen.

Deze zomer was er vers studiemateriaal. In het vermakelijke boek Camino Island van John Grisham wordt een vrouw benaderd om tegen betaling in het gevlij te komen bij een boekhandelaar, om zo te achterhalen of hij de kostbare gestolen eerste druk van F. Scott Fitzgerald stiekem in handen heeft gekregen. Haar opgave: geruisloos opgaan in een artistiek gezelschap van schrijvers.

Ook raakte ik in de ban van de Netflix-serie The Americans. Een ogenschijnlijk doodgewoon Amerikaans echtpaar, Philip en Elizabeth, leidt samen met hun kinderen een ogenschijnlijk doodgewoon Amerikaans bestaan in de Reagan-jaren tachtig. Behalve dat ze KGB-agenten zijn. Hun dubbelleven, vol vermakelijke verkleedpartijen, heftig geweld en fenomenaal liegen, is zo fascinerend dat ik als filosoof een uitgelezen kans zag om een mooi stuk over de serie te schrijven. Die stukken bleken al geschreven. Sinds een paar jaar bestaat er de reeks boeken over populaire series en filosofie, met onder andere Mad Men and Philosophy, Dexter and Philosophy et cetera. Boek nummer 112 (!) heeft de olijke titel Reds in the Bed. Bijna alle stukken gaan over liegen. Spionnen liegen immers bovenmatig veel – tegen hun ouders, partners, kinderen, buren, soms tegen twee landen (contraspionage). Een enkeling stort zich op het fenomeen van de (buitensporige) vaderlandsliefde van waaruit de spion handelt. Persoonlijk had ik ook graag iets gelezen over de relatie vaderlandsliefde en gender, want de vrouwen in de serie lijken hun mannelijke kant aardig te hebben ontwikkeld, maar hebben zelden een topfunctie en moeten voortdurend hun erotische kapitaal benutten in het listige spel van bedrog.

De grote eyeopener trof ik echter niet in het boek aan, maar in ‘The Cruel Irony of The Americans’ in The New Yorker. Dankzij dat stuk begreep ik waar mijn kijkverslaving over gaat. Wij zijn allemaal allang spionnen: ‘… We are all, in some sense, undercover in our own lives. Parents who aren’t spies nevertheless hide things from their children and each other; even people with nothing to hide (if such people exist) must find ways to perform their normality.

De norm acteren, dat is wat spionnen tot in de puntjes beheersen, en dat is wat deze serie zo boeiend maakt: het is een dynamische studie naar het normale. Ik kan me er nu ook bij neerleggen dat ik nog niet benaderd ben door de AIVD: ik ben gewoonweg nog niet normaal genoeg.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.