Home Stine Jensen: Een lul

Stine Jensen: Een lul

Door Stine Jensen op 11 november 2014

Cover van 02-2013
02-2013 Filosofie Magazine Lees het magazine

Waarom moeten wij anderhalf uur lang naar een lul kijken?

Aldus een bioscoopbezoeker over Richard Gere. Gere speelt in de film Arbitrage de rol van Robert Miller, een foute rijke fraudeur (tegenwoordig ook wel liefkozend ‘boefje’ genoemd). Hij fraudeert, liegt tegen zijn gezin, en brengt per ongeluk zijn minnares om het leven. En hij komt er nog mee weg ook. Omdat hij geld heeft en goede advocaten kan betalen. En een minder kansrijke zwarte jongen achter de hand heeft die hij kan laten opdraaien voor de schuld. Het is een film over de bijna-ondergang van een man die zegt dat hij God is op de financiële markt, maar het grote inzicht blijft bij zijn naderende ondergang uit. Sterker nog: met veel geld en een goede babbel kun je gewoon op dezelfde voet verder zolang je niet betrapt wordt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Ik stelde dezelfde vraag, maar net anders: waarom wíl ik anderhalf uur lang naar een lul kijken? Want ik keek wel degelijk met veel plezier naar Richard Gere. Ouder, golvend grijs haar, dezelfde muizenoogjes, in prachtige pakken, dure auto’s, gesmeerde teksten. Dat hij ermee weg zou komen, was voor de film gunstig, want het levert een interessantere film op met een eenvoudige en schrijnende moraal over de samenleving: geld corrumpeert en is verslavend. En zolang de omgeving meeprofiteert, zal die je niet corrigeren. Maar dit is geen film over Richard Miller als slachtoffer van het systeem, maar over het individu dat daarbinnen keuzes kan maken en moedwillig kwaad handelt.

Ik dacht na het zien van de film aan Lance Armstrong, al was het maar omdat hij ook van die kleine priemende ogen heeft. Armstrong gaat bij Oprah op de bank praten over zijn dopinggebruik. De atlete Marion Jones deed dat eerder nadat zij betrapt was, en haar tranen bij Oprah leverden haar iets op: sympathie van het publiek. Het besef drong toen bij een groot publiek door dat de hele sportwereld gedoopt is, en dat het systeem rot is, niet zij als individu.

Maar Lance Amstrong kan huilen op de bank bij Oprah Winfrey wat hij wil, dat zal in zijn geval niet helpen. Want een beroep doen op ‘het verdorven systeem’ biedt geen uitweg als je je daarbinnen als een crimineel en koelbloedige manipulator hebt gedragen. Iedereen die het formidabele en schokkende boek De wielermaffia van Tyler Hamilton leest, slaat achterover van de koelbloedigheid waarmee deze man zijn ploeg aanstuurde. Hij is vrijwel gewetenloos en waande zich God op wielen. Onaantastbaar, met miljoenen en de beste advocaten, net als Robert Miller.

Dat neemt niet weg dat ik ook in dit geval met groot plezier ga kijken naar de lul. Omdat het vast schitterende televisie oplevert.