Moeten we het strenge gedisciplineerde pad bewandelen, of losbandig genieten van wat er te genieten valt? vraagt Stine Jensen in haar column. Het antwoord vindt ze in een welbekende cruijffiaanse wijsheid.
Eerder schreef ik al op deze plek dat ik een twijfelkont ben, en nu wil ik graag een van mijn grootste levenstwijfels met u delen. Het betreft discipline. Ik experimenteer al langer met een suiker-, alcohol- en vleesvrij leven om te onderzoeken of minder genotsmiddelen leiden tot een vrolijker humeur en dus tot meer genieten. Omdat het resultaat positief lijkt uit te pakken, worstel ik met de paradox dat de discipline die het soms vergt om niet te bezwijken voor met name suiker, haaks lijkt te staan op zaken die ik associeer met genieten, zoals loslaten en ontspanning.
Kunnen filosofen mij helpen het antwoord te vinden op de vraag hoe gedisciplineerd je zou moeten leven? Zowel bij Marli Huijer (Discipline) als bij Henk Oosterling (Waar geen wil is, is een weg) vind ik een bevestiging voor het gedisciplineerde pad. Zonder ten onder. Maar Michel Onfray beschrijft op zijn beurt hoe hij na ziekte tot het inzicht kwam dat discipline niet de sleutel tot levensgeluk is, en dat het antwoord gezocht moet worden in bewust genieten van wat er te genieten valt, en daaronder vallen zeker genotsmiddelen als wijn en truffels.
Zo gaat dat met filosofen, het is een wispelturig volkje. Wordt de ijdelheid bekritiseerd (Alain de Botton), dan volgt een pleidooi voor de herwaardering daarvan (Frank Meester). Pleit men voor stilte en rust (Joke Hermsen, René ten Bos), dan volgen prompt drie hoeraatjes voor de onrust (Ignaas Devisch). Was je er net van overtuigd dat we meer empathie nodig hebben in deze harteloze wereld (Roman Krznaric), verschijnt er een kloek Duits werk dat ons wil waarschuwen voor empathie (Fritz Breithaupt, Die dunklen Seiten der Empathie). Men gaat er te gemakkelijk van uit dat empathie leidt tot het juiste gedrag, terwijl dat maar de vraag is. Zijn boek gaat over narcisten, sadisten en psychopaten die heel empathisch zijn, en over ingewikkelde kronkels bij het normale menselijk genieten, namelijk empathiesadisme: genieten van andermans pijn. Een stapje verder is empathievampirisme: je overmatig verplaatsen in de wensen van een ander. Een nuttig werk, kortom, zeker nu u op het punt staat naar de stembus te gaan.
Ik word er altijd wel vrolijk van, van al die tegenstrijdige geluiden, omdat ze het vanzelfsprekende op scherp stellen door tegenintuïtief te denken. Maar ik word er soms ook passief en weeïg van, omdat de wereld zich uiteindelijk laat samenvatten tot een cruijffiaanse wijsheid: elk voordeel heb zijn nadeel. Uiteindelijk kom je voor duurzaam levensgeluk uit op een drank- of sigarettenwijsheid: geniet, maar met mate. Discipline, maar overdrijf het niet. Maar dat levert misschien te saaie filosofische boeken op.
Dit artikel is je cadeau gedaan door de redactie van Filosofie Magazine. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar € 4,99 per maand. » lees meer