Home Stine Jensen: Björn Borg

Stine Jensen: Björn Borg

Door Stine Jensen op 24 oktober 2017

Cover van 11-2017
11-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Ik zag twee heren tennis spelen (en het was een wonder). Ze speelden de mooiste wedstrijd uit de geschiedenis van het tennis: de Wimbledonfinale 1980. Gekker: ze speelden die wedstrijd na, want het waren acteurs in de film Borg/McEnroe.
We schrijven de jaren tachtig, toen tennissers nog rocksterren waren. Gillende meiden als Borg met zijn wapperende haar voorbijkwam, luid boegeroep voor McEnroe, die met zijn gescheld in een hilarisch popliedje van The Brat terechtkwam: ‘The Umpire Strikes Back.’ Als 11-jarige vond ik McEnroe een beetje dom: hoe kon je je zo laten gaan?

De film laat zien dat de wedstrijd tussen Borg en McEnroe meer was dan zomaar een tennispartijtje. Hier stonden twee soorten mannen en houdingen tegenover elkaar: ‘Ice’ Borg representeerde de Zweedse civilisatie met zijn onderkoelde beheersing van emotie, ‘Brat’ McEnroe de Amerikaanse explosieve ongecontroleerde flapuit.
Als jong meisje ging ik meteen voor Borg. Je moest je winst of verlies grootmoedig dragen, vond ik. En verder een coole zweetband om je hoofd doen.

In de film gebeurt iets fascinerends. Björn Borg blijkt eigenlijk John McEnroe te zijn en John McEnroe Björn Borg. De film is een dubbele biopic – de regisseur Janus Metz verdiepte zich in de jeugd van de twee mannen. Volgens hem is een topwedstrijd niet een wedstrijd tussen twee spelers, maar tussen twee spelers die met hun eigen demonen in gevecht zijn. Hij portretteert de jonge Borg als iemand die zo explosief was dat hij uit een tennisclub werd gezet. Doordat een trainer zei dat hij alleen mee mocht naar de Davis Cup als jongste speler als hij zijn emoties zou beheersen, slikte de jonge Björn vanaf dat moment al zijn emoties in. Hij ontpopt zich vervolgens tot een volstrekte neuroot en een groot magisch denker – zelfs de bekleding in de auto moet dezelfde zijn als bij de vorige Wimbledon. McEnroe komt uit een harteloos en koel gezin, en uit zich nogal explosief op de wedstrijdbaan, maar niet daarbuiten, terwijl het daar best zou mogen, met zo’n koele pa. Borg herkent zichzelf in McEnroe en McEnroe ziet dat Borg eigenlijk iets doet wat niemand kan: ‘It’s not humanly possible to be Borg.’

Ik moest na de film aan atleet Dafne Schippers denken, die een McEnroetje deed door met haar schoen te gooien omdat ze geen goud had gewonnen tijdens de Olympische Spelen. Kinderachtig, vond ik aanvankelijk. Maar dankzij deze film zag ik ineens de keerzijde. Als je de McEnroe in jezelf niet af en toe ruim baan geeft, dan word je een volstrekte neuroot, een vulkaan op uitbarsten. Schippers’ demonen maken haar menselijk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.