Home Stine Jensen: Afhankelijkheid

Stine Jensen: Afhankelijkheid

Door Stine Jensen op 30 maart 2016

04-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Grenzen, daar moet je vanaf. Muren scheiden volkeren en geliefden. Denk aan Noord- en Zuid-Korea, aan Pyramus en Thisbe. Denk aan West- en Oost-Duitsland, aan Romeo en Julia. Woorden met ‘grens’ of ‘border’ zijn doorgaans niet de woorden waar je blij van wordt: grenscontrole, grensoverschrijdend, borderliner. Een grens, daar ‘loop je tegenaan’.

Weg ermee, zou je zeggen, weg met grenzen!

Maar grenzeloosheid is ook niet alles. Ik denk aan mijn dochter. Ze tart me met regelmaat, en dan moet ik als een politieagent roepen: ‘Nee!’ Grenzen aangeven is van cruciaal belang voor haar ontwikkeling – tenminste, ik heb nog nooit een pedagoog anders horen beweren. Of denk aan relaties. Een onoverbrugbare muur doet geliefden hevig smachten (‘’s Avonds voor het slapengaan, kijken ze naar dezelfde maan’, zingen Nick en Simon over de soldaat die ver weg is).

In de documentaire The Swedish Theory of Love (2014) geeft regisseur Erik Gandini een mooi beeld van de waarde van grenzen in Noord-Europa. Waarlijk individu zijn betekent dat je ontdekt hebt waartegen je nee wilt zeggen. Het betekent ook dat jij je hebt kunnen ontwikkelen, los of dankzij de dwang  en begrenzing van je ouders, je partner en de overheid. Met name in Scandinavië is de belangrijkste waarde onafhankelijkheid. Stiekem ben ik er trots op dat als er een logeetje van dezelfde leeftijd als mijn dochter komt die nog met een nachtluier slaapt, niet zelf kan fietsen of oversteken, mijn dochter dat allang wel kan. Maar autonomie en onafhankelijkheid worden zo hoog gewaardeerd dat op iemand leunen en afhankelijkheid als een vorm van falen worden ervaren. Een thuis is een vesting van opgetrokken muren; om hulp vragen stel je zo lang mogelijk uit. Zeggen ‘ik heb je nodig’ is lastig voor de onafhankelijke Noord-Europeaan. En omdat jij het zelf niet zegt, heb je ook liever niet dat anderen er als vanzelfsprekend van uitgaan dat ze op jou kunnen leunen. ‘Je eigen boontjes doppen’, zo heet het in de volksmond.

Best mogelijk dat verschillende culturen hierin botsen als het om de vluchtelingenkwestie gaat. Culturen waarin afhankelijkheid, gastvrijheid en gemeenschapsdenken meer vanzelfsprekend zijn komen tegenover een cultuur van onafhankelijkheid, zelfredzaamheid en autonomie te staan.

We zien in Gandini’s documentaire hoe een Zweedse arts naar Kenia vertrekt om daar mensen te gaan helpen en verklaart ‘nu pas gelukkig te zijn’ omdat hij nodig is en nodig heeft. Vluchtelingen dwingen ons tot een oefening in wederzijdse afhankelijkheid. Misschien hadden zij ons liever niet nodig gehad, maar aan de grens stellen zij wat Noord-Europeanen nauwelijks meer hardop durven zeggen: ‘I need you.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.