Home Stelling: Onze samenleving heeft een doorgeslagen meetfetisjisme

Stelling: Onze samenleving heeft een doorgeslagen meetfetisjisme

02 maart 2016

Cover van 03-2016
03-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Ons panel, bestaande uit Elize de Mul, Paul van Tongeren en Alicja Gescinska, reageert iedere maand op een stelling.
 

Elize de Mul

Promovendus techniekfilosofie, Leiden
Voorheen gold het adagium ‘meten is weten’ vooral voor dingen buiten de mens om. Dingen die ons wat minder vreemd worden wanneer ze in geruststellende data zijn vervat. Tegenwoordig is de mens zelf aan de beurt. Als meetbaar subject komen we ter wereld, geboortekaartje in gebald knuistje met daarop lengte en gewicht. Elke volgende stap die we zetten wordt uitgebreid uitgemeten in groeitabellen en cijferlijsten. Technologieën tellen onze stappen, voorspellen de vrouwelijke cyclus, of een eventuele ziekte.
Meten is weten. Maar wát weten we eigenlijk wanneer we te midden van het woud van datareuzen stilstaan en om ons heen kijken? Datahermeneutiek – het interpreteren van data – kan vaak niet zonder narratief, een achterliggend verhaal, een persoon die praat, lacht, huilt en leeft. Zonder dat narratief bieden data geen antwoord, maar staren ze ons aan als vraag.
Blijf je de rest van je leven slechts een bundeling van getallen – die ene lengte met dat ene gewicht? Of accepteer je – zuchtend dan wel opgelucht – de onberekenbaarheid van de mens?
 

Paul van Tongeren

Emeritus hoogleraar Ethiek, Nijmegen
‘Meten is weten’, maar dat geldt alleen voor wat gemeten kan worden. Meten kun je alleen wat in een letterlijke zin langer of korter, zwaarder of lichter, meer of minder kan zijn – dat wil zeggen, wat kwantiteit heeft. Hoewel elke lengte, elk gewicht, elke hoeveelheid relatief is (het een is langer dan het ander), kunnen we die relatieve kwaliteit met zekerheid en objectief vaststellen.
In onderwijs, zorg en allerlei dienstverlening gaat het om kwaliteit. Omdat we kwaliteit zo belangrijk vinden doen we aan kwaliteitszorg en organiseren we instrumenten om die kwaliteit te verzekeren. En daar gaat het mis. Want verzekering wil zekerheid, en zekerheid vraagt om meetbare resultaten. Dus vervangen we kwaliteit door kwantiteit: het aantal tevreden patiënten bepaalt dan de kwaliteit van zorg, het aantal diploma’s de kwaliteit van onderwijs, het aantal publicaties de kwaliteit van onderzoek. Wie kwaliteit wil, moet onzekerheid aankunnen. Kwaliteit wordt vergeten zodra men gaat meten.
 

Alicja Gescinska

Politiek filosoof, Amhers
De meetslinger is doorgeslagen. Op vele domeinen is meten cruciaal. Maar de toepassing ervan op domeinen waarvan de waarde en het belang niet kwantificeerbaar zijn, is schadelijk. Het meet- en nuttigheidsdenken maakt de humane wetenschappen en zeker de filosofie in de academische wereld kapot. Belangrijk is tegenwoordig niet dat je een goede lesgever bent. Het gaat ook niet om de uitdrukking van langgerijpte inzichten met brede relevantie. Je moet tegenwoordig een manager zijn. Fondsen werven. En zo snel mogelijk artikeltjes schrijven die door hooguit drie specialisten in je vakgebied worden gelezen. Dat is nu een ‘goede’ academicus. Omdat een meetbureau bepaald heeft dat je in dit en dat tijdschrift moet staan. De pervertering is dat die meetbureaus kapitalistische uitvindingen zijn – uit op winstmaximalisatie. Zij bepalen de inhoud en vorm van het denkwerk. Het mateloze meten is een ziekte van onze tijd. Meten is weten, maar meten doet ook vergeten: vergeten wat echt van waarde is.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.