Dat de koeien op stal staan is strikt genomen een pleonasme. Stal komt van staan, en is dus dubbelop. Als we dieren stallen dan laten we ze ergens staan. Taal krijgt betekenis in zijn gebruik. Zodra iets niet meer wordt ervaren als een pleonasme, dan is er blijkbaar een betekenisverschuiving geweest.
Staldieren hebben het evolutionaire voordeel dat ze elk moment kunnen wegrennen. Tenzij er een stal omheen staat. Ze kunnen niet zomaar weg en niet zomaar gestolen worden. De stalling voor de fiets is gemaakt voor het slot.
Wat zeggen betekenisverschuivingen in de taal over veranderingen in ons gedrag? Wat zegt het dat de stalling op den duur uitpuilt met fietsen vol achterstallig onderhoud?