Home Ssssst!

Ssssst!

Door Maarten Doorman op 29 juni 2011

Cover van 06-2011
06-2011 Filosofie Magazine Lees het magazine

Dat stilte de afwezigheid is van geluid, is te makkelijk. Sterker nog: de stilte is er pas als je haar hoort.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

In een vliegtuig op tien kilometer hoogte bij het luide gesuis van het ventilatie- en aircosysteem en gedempte stemmen is het soms heel stil. Ergens op straat toetert een auto, je hoort het zachte geratel van het toetsenbord van je laptop onder je vingers, of er klappert een raam bij de buren in de wind. Een merel houdt op met zingen, plotseling klinkt er een donkere vrouwenstem die je naar de keel grijpt, een fiets smakt tegen de straat – al deze momenten worden omzoomd door korte en soms intense stiltes.
Je hebt de stilte voor de storm en de stilte na de daad. Een filosoof zou spreken van stilte a priori en stilte a posteriori. Tot een aantal jaren geleden kon je die termen zelfs opfilosoferen tot silentium ante rem en silentium post rem; nu maak je er Engels van: silence before en silence after.
Net als geuren zijn stiltes zelden neutraal. Intense stiltes zijn kortstondige momenten van geluk. Soms is dat geluk louter opluchting, een ogenblik waarop het rad van Ixion stilstaat, zou Schopenhauer zeggen, en we de dagelijkse kwellingen voor even vergeten. Zo’n stilte kan de vorm aannemen van – nu ja, een mini-mystieke ervaring. Misschien zijn momenten van geluk wel altijd stil. Je ruikt de geur van een atlas uit je jeugd en er gaat een golf door je heen. Absolute stilte. Je ziet je geliefde na lange tijd terug in de aankomsthal en al het gepraat en geroezemoes om je heen lijken te worden weggedraaid in de corridor van doodse stilte waarin je elkaar nadert.
Maar net als geuren kunnen stiltes ook onaangenaam zijn en je een blik gunnen in de hel, meestal die van het eigen innerlijk. Soms valt er een onaangename stilte in een gesprek die je als de licht misselijkmakende stank van een muis in ontbinding nog lang bijblijft. Of neem de stilte op het moment dat je merkt hoezeer je bedrogen bent. Of de stilte na een explosie, vlak voor het geschreeuw begint.
Altijd is er geluid bij de stilte. Op een grappige manier blijkt dat uit John Cage’ beroemde 4’33, de ruim vierenhalve minuut door hem gecomponeerde stilte waarin je hoort hoe de instrumenten zwijgen en je ongemerkt fanatiek zit te speuren naar elk mogelijk geluid dat je desondanks uit je omgeving en van de musici opvangt. Ook daarom is dit stuk minder banaal dan men soms zegt.
Er is geen stilte zonder geluid. Stilte zonder geluid is de dood.