De Duitse socioloog en filosoof Georg Simmel (1858-1918)schreef al over de paradox van de maaltijd: rondom het meest egoïstische gedrag waartoe de mens van nature geneigd is (zijn eigen maag vullen), gedraagt hij zich juist als sociaal dier pur sang (gezamenlijk aan tafel). In de buurt van het culinaire is het ordinaire nooit ver weg. Maar dat wordt zoveel mogelijk op afstand gehouden door een blinkende keuken, de verse ingrediënten, de schone olie op temperatuur en van alles de juiste maat. Samen met het ijzeren regime van de tijd (de maaltijd van de snack is ‘tussendoor’) verheffen ze ook dit eigenbelang tot een gezellig moment samen. Noem het een frietuur of een vette bek.
Hoe gewoon is het menselijk gewoon? Coen Simon en Bianca Sistermans kijken eens goed in woord en beeld. Dit keer: snacken.