Home Seculiere spijswetten

Seculiere spijswetten

Door Seculiere spijswetten en Ellen Mangnus op 24 september 2021

Seculiere spijswetten
Cover van 10-2021
10-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Van koosjer tot halal: de meeste religies kennen spijswetten. Ook in het geseculariseerde Westen zoeken mensen naar een waardensysteem over hun eten. Deel 3 van een serie over voedsel.

Spijswetten zijn van alle tijden. Elk religieus of spiritueel verbond helpt mensen de wereld te ordenen in een goed en een kwaad, ook op het vlak van voedsel. Allemaal hanteren ze voorschriften voor hoe voedsel geproduceerd, bereid en bewaard moet worden. Ook heeft bijna elke gemeenschap regels die het genieten van eten moeten beperken. Zo volgt de koptisch-orthodoxe kerk een kalender met wel 200 vastendagen per jaar. En koosjer en halal betekenen letterlijk ‘dat wat is toegestaan’.

Volgens landbouw- en voedseldeskundige Louise Fresco is de oorsprong van veel wetten praktisch van aard. In haar boek Hamburgers in het paradijs schrijft ze dat het merendeel van de regels betrekking heeft op het meest kostbare voedsel, namelijk op vlees en vis. Ze verklaart het verbod op varkens eten in de islam uit het feit dat deze dieren in het Midden-Oosten direct met mensen om voedsel concurreerden, veel meer dan bijvoorbeeld herkauwers zoals geiten, schapen en runderen. Varkens hebben ook meer water nodig en zijn slecht aangepast aan hoge temperaturen. Het verbod om varkens te eten ontmoedigde de mensen om ze te hoeden. Het was de onzekerheid over de voedselvoorziening die het noodzakelijk maakte om mensen te beperken, stelt Fresco. Om zich ervan te verzekeren dat de mensen de restricties naleefden, riepen de volksleiders een hogere macht aan. Het goddelijke gaf de regel moreel gewicht: geen mens die zich nog aan het lekkers durfde te vergrijpen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Eind vorige eeuw nam de invloed van de religie op de Nederlandse samenleving af. Een aantal decennia was de staat hoeder over het Goede en het Kwade. Die baseerde zijn voedselbeleid vaak op de heersende wetenschappelijke overtuigingen. Maar vanaf de jaren tachtig deed de overheid een stapje terug. Mensen zouden prima zelf in staat zijn om te bepalen wat goed voor hen was, was de gedachte. De moderne spijswet nam de vorm van een ‘Schijf van Vijf’ aan en het aantal keurmerken en logo’s om goed en kwaad voedsel te duiden nam in rap tempo toe. Vandaag de dag laat nog maar een klein deel van de Nederlanders zich leiden door religieuze eetregels. Vrij van een god, vrij van schaarste en goed geïnformeerd kunnen we precies zo eten als onze eigen overtuiging ons ingeeft. Zo eenvoudig was het nooit.

Vrijheid

Of toch niet? Is het toch niet zo eenvoudig om zelf te bepalen wat goed en kwaad is? Dat vroeg ik me af toen ik de ‘lifestyle guide’ van Rens Kroes las. Kroes hoopt anderen te inspireren door te delen wat zij doet om er stralend uit te zien en gelukkig te zijn. Voor het ontbijt drinkt ze warm water met twee eetlepels appelazijn door een bamboerietje om haar darmflora een boost te geven. Ze ontbijt met een smoothie met ashwagandha en neemt een reeks aan vitaminesupplementen toe. In de avond drinkt ze anderhalve liter ‘nighty-night tea’ voor ‘instant stress relief’ en neemt ze een douche om ‘negatieve energie’ van zich af te spoelen. Minstens twee keer per jaar doet ze een detox om haar huid te doen ‘shinen’ en haar lichaam een ‘energyboost’ te geven. Met haar ritueeltjes legt Kroes vooral een extreme focus op het lichaam en het zelf. En Kroes is niet de enige die dat doet. Steeds meer Nederlanders onderwerpen hun lichaam aan extreme diëten en strakke sportschema’s met maar één doel: het ideale lijf of de gezondste geest.

In vrijheid en overvloed lijkt de mens te kiezen tussen twee extremen. Ze geeft zich over aan laveloosheid of wordt een slaaf van zichzelf. Kunnen wij wel leven zonder een ons voorgekauwd goed en kwaad? Zijn we wel in staat tot beheersing of matigheid, zonder dat een externe autoriteit ons regels oplegt?

De oorsprong van veel wetten is praktisch van aard

Als er iemand is die ons heeft laten nadenken over wat het is om te leven in een wereld waarin God niet bestaat, is het wel de Russische schrijver Dostojevski. ‘Niets is ooit voor de mens en de menselijke samenleving zo onverdraaglijk geweest als juist de vrijheid!’ zegt de grootinquisiteur in De gebroeders Karamazov tegen Jezus. ‘De mens zoekt met de meeste spoed degene aan wie hij die gave van de vrijheid kan overdragen. Zelfs de dood is de mens verkieslijker dan de vrije keuze in het onderscheiden tussen goed en kwaad,’ zegt hij. Hij verwijt Jezus dat deze een veel te hoge dunk heeft van de mensen. Mensen willen helemaal niet de vrijheid om zelf te bepalen wat goed en kwaad is, stelt hij; ze willen juist regels. ‘De mens gaat met de grootst mogelijke spoed op zoek naar iets waarvoor hij zich op de knieën kan werpen. Er moet iets gevonden worden waarin allen kunnen geloven en waarvoor allen bereid zijn neer te knielen, maar dan ook beslist allemaal tegelijk,’ zegt de grootinquisiteur tegen Jezus.

Zou het kunnen dat we in afwezigheid van een religieuze macht of een gezaghebbende overheid op zoek gaan naar andere autoriteiten? Genieten diëtisten, voedselgoeroes en chef-koks zoveel populariteit omdat wij zo graag geleid worden in het maken van goede keuzes? Montignac predikte vlees en kaas, en verwierf een schare bourgondiërs als volgelingen. Met de lijfspreuk ‘Koester je hongergevoel’ onderwerpt Fajah Lourens haar aanhang aan een extreem dieet om een ‘killerbody’ te krijgen. En de school van chef-kok Jamie Oliver kent de meeste leerlingen.

Een spijswet is een manier om ons te verbinden met een groter verhaal

Via het verhaal van de grootinquisiteur legt Dostojevski de vraag neer of wij wel echt vrijheid willen. Alleen als we alle houvast kunnen loslaten zijn we vrij. Maar dat heeft angst, onzekerheid en schuldgevoel tot gevolg. Willen we die vrijheid wel? Waarom zouden we niet kiezen voor autoriteit en geloof? Dostojevski geeft geen antwoord, maar via de hoofdpersonages in zijn verschillende boeken laat hij keer op keer zien dat we maar moeilijk zelf kunnen bepalen wat goed is en wat kwaad.

Verbondenheid

Zelf denk ik dat onze drang tot onderwerping aan een bepaald regime met meer te maken heeft dan met angst voor vrijheid. Dostojevski gaat er niet op in, maar ik denk dat het ook te maken heeft met een diepe wens tot verbondenheid. Mensen vinden elkaar misschien steeds minder in een huis van God, maar des te vaker op boerenmarkten, eetfestivals en in kook- en dieetclubs. Ze zijn niet alleen op zoek naar regels, ze willen die ook graag samen met anderen volgen. Bewust of onbewust zoeken mensen naar een waardensysteem dat hun eigen regels overstijgt.

Een spijswet is daarmee niet zomaar een stelsel van regels ten behoeve van de gezondheid van het individu of de bescherming van de gemeenschap. Het is een manier om ons te verbinden met onze omgeving, om ons te verhouden tot een groter verhaal. Hoe wetenschappelijker, rationeler en individualistischer ons leven wordt, hoe naarstiger we op zoek gaan naar bezieling, naar een groter idee, en naar iemand die dat uitdraagt. We hebben nieuwe spijwetten nodig.