Home Paul van Tongeren: in een democratie luister je ook naar de motieven van relschoppers

Paul van Tongeren: in een democratie luister je ook naar de motieven van relschoppers

Door Paul van Tongeren op 22 november 2021

Paul van Tongeren: in een democratie luister je ook naar de motieven van relschoppers

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Er wordt gesproken van een tweedeling in de samenleving door de vaccinatiestrategie van de Rijksoverheid. Die strategie bestaat in een sterke aandrang om je te laten vaccineren, ondersteund door een toenemend aantal maatregelen die de handelingsruimte van niet-gevaccineerden beperken.

Een krappe 15 procent van de bevolking boven de 12 jaar is niet (of nog niet volledig) gevaccineerd. De helft tot driekwart daarvan lijkt vastbesloten om zich niet te laten vaccineren; de rest van deze groep twijfelt nog of is onverschillig.

De groep mensen die vastbesloten geen prik wil bestaat uit religieus gemotiveerden, mensen die om medische redenen zich niet willen of kunnen laten vaccineren, mensen die niet begrijpen dat of waarom ze zich zouden moeten laten prikken, mensen die er ‘gewoon de zin niet van inzien’ en complotdenkers: een zeer divers samengestelde groep dus.

Zowel het beperkte percentage – zo’n 10 procent – als de gemengde samenstelling van deze groep zijn reden om de term ‘tweedeling’ te relativeren. Niet alleen de religieus gemotiveerden zullen zich niet herkennen in de relschoppers die in Rotterdam en elders tekeergingen. De motieven van die laatsten hebben waarschijnlijk met de pandemie helemaal niets te maken. Ze zoeken net als andere pubers vooral een autoriteit om tegen te vechten. Een deel van de niet-gevaccineerden heeft bovendien geen bezwaar tegen maatregelen waardoor bepaalde plekken voor hen niet (of slechts met een testbewijs) toegankelijk zijn.

Maar ook als de framing van de maatschappelijke onrust door middel van de term ‘tweedeling’ ongepast zou zijn, neemt dat niet weg dat er een verzameling van relatief kleine minderheden is die de maatregelen afwijst. Dat het om kleine groepen gaat is geen reden om er geen rekening mee te houden. Democratie en rechtstaat zouden zich juist moeten kenmerken door een respect voor elke minderheid. Zelfs die van de relschoppers? Inderdaad, ook de relschoppers maken deel uit van de gemeenschap die we ‘samenleving’ noemen. Ook hun motieven moeten begrepen en meegewogen worden.

Dat betekent niet dat we geweld moeten accepteren; het geweldsmonopolie ligt bij de staat, zolang die democratisch gecontroleerd wordt. Besluiten die volgens democratische spelregels genomen zijn, moeten worden gehandhaafd. Maar de dwang van maatregelen en het geweld waarmee overtredingen worden bestreden en gecorrigeerd zouden steeds gepaard moeten gaan met de bereidheid om in gesprek te gaan, te heroverwegen en te motiveren. Overtredingen moeten bestraft worden, maar straf kan nooit het enige of het laatste woord zijn.

Twee dingen zijn dus nodig: enerzijds handhaving van de genomen besluiten, anderzijds voortdurende uitleg en motivering daarvan en blijvende bereidheid tot een kritische dialoog daarover. Aan beide lijkt het nogal te ontbreken.