Home ‘Opgeprikt maar zeer levensecht’

‘Opgeprikt maar zeer levensecht’

Door Martijn Meijer op 19 maart 2013

04-2004 Filosofie magazine Lees het magazine
Roland Barthes werkte het liefst op systeemkaartjes. Nieuwe vertalingen van de meester van het fragment.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Roland Barthes is de meester van het volmaakte fragment. In zijn autobiografie in fragmenten, Roland Barthes door Roland Barthes, schrijft hij over zichzelf: ‘Omdat hij ervan houdt een begin te vinden, een begin te schrijven, heeft hij de neiging dit plezier te vermenigvuldigen: daarom schrijft hij fragmenten.’ Barthes was een beginner, vanaf zijn eerste tekst uit 1942 tot zijn laatste uit 1980; ook zijn in dat jaar door een verkeersongeluk beëindigde leven bleef onvoltooid. Barthes was een fragmentarisch schrijver, niet alleen door luiheid of uit plezier, niet alleen ‘omdat de onsamenhangendheid te verkiezen is boven de orde die vervormt’, maar ook omdat hij het liefst werkte op systeemkaartjes (net als de door hem bewonderde historicus Michelet), systeemkaartjes die slechts ruimte bieden voor de aanzet, de eerste honderd meter.

 
Enkele van de twaalf commentatoren die in Memo Barthes bespiegelingen wijden aan de ‘intellectuele erfenis’ van hun held konden de verleiding niet weerstaan. Ze schreven in fragmenten, de geest van de meester indachtig. Deze dode auteur regeert blijkbaar van over het graf. Aangezien zijn boeken tot schrijven aanzetten, mogen ze gerekend worden tot wat Barthes zelf ‘schrijfbare teksten’ noemde; het lezen van zo’n tekst is geen passief consumeren, het is ‘een creatieve daad die zich bijna noodzakelijk vertaalt in het schrijven van een nieuwe tekst’, in de woorden van Jürgen Pieters. Natuurlijk is de ‘schrijfbare tekst’ onaf, de lezer heeft het laatste woord. Het is geen product maar een ‘productie’, die het onderscheid opheft tussen de lezer als consument en de auteur als producent.
 
‘Ruim twintig jaar na zijn dood kent Barthes’ werk een kleine revival’ noteren de inleiders van Memo Barthes. In verschillende bijdragen wordt geprobeerd Barthes te definiëren als literatuurwetenschapper, cultuurcriticus, essayist, amateur en professor aan het Collège de France. Rokus Hofstede (die Barthes’ teksten in de onlangs verschenen essaybundel Het werkelijkheidseffect vertaalde) slaat de spijker op zijn kop door Barthes’ voorliefde voor ambiguïteit te benadrukken: de ambiguïteit van de taal, maar ook die van zijn positie als ‘grensbewoner’ tussen de gebieden van wetenschap en literatuur. Die ambiguïteit zit ook in Barthes’ neiging ‘op drift te raken’, te ‘vlinderen’ van het ene onderwerp naar het andere, van fragment naar fragment.
 

Hofstede: ‘Barthes vlindert en scharrelt’. Hofstede brengt die werkwijze in verband met Barthes’ weerzin tegen de herhaling en het stereotype. Ironisch genoeg dreigt juist de vlinder-metafoor een stereotype te worden, voor de oplettende lezer: een aantal malen keert in Memo Barthes de metafoor terug, steeds iets verschoven. Bij Hofstede duidt zij de werkwijze aan. In de bijdrage van Manet van Montfrans heet het dat de systeemkaartjes die Barthes gedurende zijn leven vervaardigde (12.250 stuks) tijdens de Barthes-tentoonstelling, eind 2003 in Parijs, ‘als opgeprikte vlinders’ aan de wand hingen. De metafoor duidt nu het materiaal aan van de ‘rusteloze, beweeglijke denker’. Tenslotte vergelijkt Jacq Vogelaar Barthes indirect met een vlinder – uiteraard in verband met zijn werkwijze, het schrijven op systeemkaartjes, het plezierige schrijven dat plaatsvindt ‘voordat het eigenlijke schrijfwerk begint’. Zo verandert Barthes geleidelijk aan in een insect van bijzondere schoonheid, opgeprikt maar zeer levensecht.
 
Het werkelijkheidseffect, door Roland Barthes, vert. Rokus Hofstede, Historische Uitgeverij, Groningen 2004, 214 blz., € 24,95
Memo Barthes, samenstelling Rokus Hofstede & Jürgen Pieters, uitg. Vantilt & Yang, Nijmegen/Gent 2004, 238 blz., € 18,80