Home Nietzsche de componist

Nietzsche de componist

10 februari 2009

Nietzsche de componist

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.


‘Een gemiddeld werk van een begaafd amateur’. Zo typeert filosoof en publicist Ger Groot Gebet an das Leben, een lied gecomponeerd door Friedrich Nietzsche (1844-1900). Deze compositie is te beluisteren in een reeks hoorcolleges van Groot die NRC Handelsblad onlangs uitbracht.

In deze colleges laat Groot zien hoe ideeën over wat de mens is resoneren in de muziek. Nietzsche is hier een goed voorbeeld van: muziek speelt een belangrijke rol in zijn filosofie, en filosofie in zijn muziek.

Nietzsche is beroemd geworden door zijn filosofie – de leuze ‘God is dood’ is van zijn hand. Minder bekend is dat hij meer dan 70 klassieke composities heeft geschreven, het merendeel voor de piano. Groot vertelt dat Nietzsche zelfs even speelde met het idee componist te worden. ‘Maar zijn toenmalig vriend, de componist Richard Wagner, raadde hem dat sterk af.’ Volgens Groot zijn Nietzsches stukken muzikaal gezien inderdaad ‘vrij standaard’. Interessanter vindt hij de ideeën achter de muziek, die nauw verbonden zijn met zijn filosofie.

‘Nietzsche ziet een spanning tussen het chaotische en irrationale, en het harmonieuze en redelijke’, vertelt Groot. Een woeste, gewelddadige kracht maakt dat alles altijd in beweging is. Nietzsche noemt deze kracht het ‘Dionysische’ (naar de Griekse god voor mateloosheid). Tegenover deze kracht staat het kunstmatige en het redelijke. Dit redelijke noemt hij het ‘Apollinische’ (naar Apollo, god van de kunsten). De mens probeert de constant veranderende werkelijkheid hanteerbaar te maken door haar in hokjes in te delen. Groot: ‘Volgens Nietzsche is deze kunstmatige orde een illusie – maar een noodzakelijke illusie. We hebben hokjes nodig om de wereld begrijpelijk te maken.’

De spanning tussen maat en mateloosheid is ook terug te vinden in de muziek. ‘De melodie zwiept voort, ze is pure beweging. Door de melodie op te delen in maten, probeert de mens grip op haar te krijgen. Maat en melodie vormen samen de muziek.’ Groot ziet parallellen tussen de muziek en de mens. ‘Het Dionysische is ook de levenkracht van de mens, zijn ongecontroleerde driften. De mens heeft maat nodig, net als de muziek.’

Johan Olsthoorn

De menselijke toon. Hoorcolleges over de filosofie van de moderne mens, door Ger Groot, uitg. NRC-Handelsblad Academie, 8 cd’s, € 49,50

Beluister hier Gebet an das Leben (eronder de tekst)

Gewiß, so liebt ein Freund den Freund
wie ich dich liebe, rätselvolles Leben!
Ob ich in dir gejauchzt, geweint,
ob du mir Leid, ob du mir Lust gegeben,
ich liebe dich mit deinem Glück und Harme,
und wenn du mich vernichten mußt,
entreiße ich schmerzvoll mich deinem Arme,
gleich wie der Freund der Freundesbrust.

(F. Nietzsche)