Home Nicolien Mizee: ‘Darwins pijn en moeite herkende ik’

Nicolien Mizee: ‘Darwins pijn en moeite herkende ik’

Door Carolien van Welij op 06 januari 2020

Nicolien Mizee: ‘Darwins pijn en moeite herkende ik’
Cover van 01-2020
01-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Nicolien Mizee (54) is schrijver. Haar laatste boek is Allesverpletterende. Faxen aan Ger.

‘In een brief schreef Darwin: “Ik ben er bijna van overtuigd – het is als het opbiechten van een moord – dat soorten niet onveranderlijk zijn.” Dat maakte diepe indruk op mij. Ik was 28 en een grote maatschappelijke mislukking – wat helemaal niet leuk is. Ik verdiende geen geld en het zag er niet naar uit dat dat ooit ging gebeuren. Ik was bezig mijn leven op papier te zetten en dat faxte ik naar iemand die nooit antwoordde. Ik vroeg me af: wat doe ik? 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Darwin had een goed idee, schreef dat op en werd wereldberoemd – daar was ik altijd van uitgegaan. Dat hij ook zo’n pijn en moeite had gevoeld, nam mij ontzettend voor hem in. Die pijn en moeite herkende ik tenminste – niet het goede idee, natuurlijk. In die faxen beschreef ik veel waarvoor ik innerlijk terugdeinsde. Mag je dit zeggen? Mag je het überhaupt wel denken? 

Ik schrijf het maar gewoon op – dat moet Darwin op een gegeven moment ook gedacht hebben. Zijn “moord” was er een op het idee dat soorten onveranderlijk zijn – en daarmee op God. Die van mij op alle vaste waarden die ik van huis, school, tijd en cultuur had meegekregen: “Je moet niet oordelen”, “Iedere moeder wil natuurlijk dat haar kinderen gelukkig zijn”, “Reizen verruimt de blik”.

Het schrijven van de faxen was een moord op mijn oude zelf, op alles wat ik geleerd had en wat ik niet als waarheid kon ervaren.
Verbeten doorwerken, niet zeker weten of je gelijk hebt en een weg inslaan die op een bepaalde manier naar je eigen ondergang leidt – dat herkende ik bij Darwin. 

It is like confessing a murder. Zie je nou wel, dacht ik toen ik dat las. Je moet het dus tóch doen. Je moet de moord opbiechten. Die zin is verweven geraakt met hoe ik leef.’