Home Nasr Abu Zayd: ‘Vrijheid is universeel. Dat lees je in de Koran’

Nasr Abu Zayd: ‘Vrijheid is universeel. Dat lees je in de Koran’

Door Bea Mol op 13 maart 2013

10-2003 Filosofie magazine Lees het magazine
Islam en democratie kunnen prima samengaan, aldus Nasr Abu Zayd. Maar niet zolang totalitaire regimes de religie misbruiken uit machtsbehoud, én de VS en Europa doorgaan met hun gevaarlijke interventiepolitiek.’Een bedreigde identiteit is een gif. Ik ken dat mechanisme. Ook ik voel: ik hoor bij hen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Nasr Abu Zayd, klein, gezet en informeel gekleed in een grijze trui, maakt een bescheiden indruk. Hij is het type man dat op zijn woord wordt geloofd wanneer hij zonder enige vorm van identiteitsbewijs op Schiphol aankomt (waarschijnlijk verloor hij zijn portefeuille met inhoud in een Berlijnse taxi). Volgens zijn vrouw kreeg hij geen problemen op het vliegveld omdat hij meer op een lid van de maffia lijkt dan op een terrorist, en wie is er tegenwoordig nog geïnteresseerd in de maffia?

Deze anekdote is één van de weinige keren dat Abu Zayd iets over zichzelf vertelt, hij vindt dat er al genoeg aandacht is geweest voor zijn persoonlijke leven.

De zaak van Nasr Abu Zayd, professor arabistiek aan de universiteit van Cairo, heeft veel opzien gebaard. Hij werd door een rechtbank in Egypte beschuldigd van afvalligheid van de Islam vanwege zijn vernieuwende interpretatie van de Koran met als consequentie dat zijn vrouw van hem zou moeten scheiden. Daarop ging hij in 1995 in Nederland in ballingschap.

Het gesprek vindt plaats in een werkruimte van de bibliotheek van de Universiteit van Humanistiek waar hij de Averroes leerstoel bekleedt. Nasr Abu Zayd is in de eerste plaats een Arabische geleerde, die schrijft in het Arabisch omdat hij gelezen wil worden in de islamitische wereld, want daar wil hij invloed uitoefenen.

Er zijn veel misverstanden over de islam, vindt hij, en daar zijn de media deels schuldig aan. De media werken immers met stereotypen. Zo wordt hij zelf, omdat hij kritiek heeft op de islamitische wereld en de gevolgen van een fundamentalistische manier van denken diep hebben ingegrepen in zijn eigen leven, vaak gevraagd als criticaster van de Islam. Die rol weigert hij te accepteren. Hij voelt zich gekwetst en hij is kwaad over wat hem is overkomen. Maar zijn woede richt zich niet op mensen, noch op de islam, maar op Egypte, en dan in het bijzonder het officiële Egypte, de universiteit en de staatsinstellingen waarmee hij gebroken heeft.

Hij wil graag een aantal zaken rechtzetten: ‘Fanatisme is een fenomeen dat je zowel in als buiten de islamitische wereld aantreft. Je kunt de islam niet overal de schuld van geven. Veel mensen denken dat de politieke situatie in de islamitische wereld, het gebrek aan democratie, aan mensenrechten toe te schrijven is aan de islam. Dat is een naïeve, simpele manier van denken die een gemakkelijke verklaring biedt. Ik zou de problemen eerder politiek en economisch willen noemen dan religieus. Als je de geschiedenis van de islam bekijkt dan zie je dat er veel verschillende politieke systemen zijn geweest. Je kunt niet zeggen ‘zo is dé islam’. Ook de culturele achtergronden van moslims in bijvoorbeeld India, Zuid-Afrika, de VS of Saoedi-Arabië verschillen enorm. Er wordt soms beweerd dat er in de islamitische wereld geen democratie is omdat het tegen de islam zou zijn. Absoluut niet.’

Kritiek

Dat neemt niet weg dat Abu Zayd wel degelijk kritiek heeft op de totalitaire regimes van het Midden-Oosten. Deze kritiek heeft echter weinig met de islam als zodanig van doen, en alles met het misbruik dat moslimleiders, zoals de Saoedi’s, van religie maken ter behoud van hun macht. Met God als legitimatie wordt iedere oppositie de mond gesnoerd.

Kan Abu Zayd volhouden dat zijn kritiek niets met de islam zelf heeft te maken? Kritische islam-watchers, zoals Afshin Ellian in Filosofie Magazine van september, zeggen immers dat in de islamitische wereld politiek en religieus gezag sowieso bij elkaar horen.
Abu Zayd: ‘Maar staat en religie vormden beslist niet altijd een eenheid. Het idee van de islam als basis van de staat is in feite heel recent en dateert uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Er was nooit een volledig samengaan van politieke en religieuze autoriteit.’

Maar in de tijd van Mohammed vielen leiderschap en religieuze autoriteit toch wel samen?   
‘Dat is wat radicale moslims beweren, maar het is onjuist. Zij willen een staat geïnspireerd op de situatie in de vroegste tijd van de Islam. Maar wat voor staat zou dat moeten zijn?  Mohammed bracht de Arabische stammen samen, liet ze belasting betalen, maar ze behielden hun autonomie, van een staat was geen sprake. Dat kwam pas na de dood van Mohammed.’

Abu Zayd begint een historisch betoog, die voert van de negende eeuw – een tijd waarin de islam een soort Verlichting kende – via Averroes tot een nieuwe Verlichtingvorm in de negentiende eeuw. Het Westen keert in zijn betoog meerdere malen terug –  als agressor, of juist als inspirator van democratie en universele mensenrechten.

Abu Zayd: ‘Verlichting-ideeën ontstonden al in de negende eeuw met de Mutazilieten, een rationele school van theologen, voor wie de rede de norm was om de openbaring te begrijpen. Als de betekenis van de Koran in tegenspraak was met de logica, dan werd de letterlijke betekenis van de tekst weggelaten. Kennis kwam volgens hen niet van de openbaring, maar van de rede. Dus moet die openbaring begrepen worden vanuit die rede. Deze rationalisten werden beïnvloed door de culturele erfenis van de Grieken, van het Indiase en Afrikaanse denken. Helaas liep het uit op een soort inquisitie, de mensen vluchtten terug in de traditie door de politieke situatie die ontstond onder dreiging van de kruistochten.’

En hiermee eindigt het niet. In de negentiende eeuw vond de geboorte plaats van een nieuwe Verlichting, een nieuw rationalisme beïnvloedt door het Westen. ‘In die tijd was praktisch de hele moslimwereld onder westerse dominantie. Dat leidde tot de vraag: ‘waarom zijn wij zo kwetsbaar dat we gedomineerd kunnen worden door de andere wereld?’ Het antwoord was: ‘omdat wij onze religie niet goed begrijpen’. Pas later werd – onder meer als reactie op diezelfde westerse dominantie – de fundamentalistische visie ontwikkeld.

Zélf probeert Abu Zayd zijn hele leven lang al een evenwicht te vinden tussen religie en ratio, oosterse en westerse ideeën. In Mijn leven met de Islam beschrijft Abu Zayd hoe hij zich in eerste instantie aangetrokken voelde tot de ideeën van de in 1928 in Egypte opgerichte moslimbroederschap, dat als reactie op de westerse invloed een re-islamisatie van de Egyptische samenleving beoogde. De keuze tussen de heerschappij van mensen en de heerschappij van God vond hij niet moeilijk – God. Later heeft hij zich volledig van deze islamisten afgekeerd, hij vreesde dat het uit zou lopen op een totalitaire dictatuur die erger was dan welke dictatuur ook, omdat ze zich op een hogere macht beriep. Abu Zayd: ‘Als religie één is met de staat bestaat het gevaar dat zij met alle gebreken –of zoals in Iran- zelfs met de misdaden van de staat wordt geïdentificeerd.’

In politiek opzicht hoort Abu Zayd bij de moslim secularisten. Ze zijn te vergelijken met CDA-politici: de religie is een belangrijk ethisch uitgangspunt, maar haar regels en wetten mogen niet worden opgelegd aan het volk. Religie is ondergeschikt aan democratie.

Sommige waarden, stelt hij, zijn universeel. Het is de reden waarom hij niet gelooft in een clash of civilisations. Er is volgens hem geen sprake van verschillende beschavingen, alleen van andere culturen. Bij een gemeenschappelijke beschaving, die weliswaar gevormd is door het Westen maar die universeel is geworden, horen grondbeginselen als de rechten van de mens en democratie.

Maar nu, na 11 september, is het niet altijd gemakkelijk daaraan vast te houden. Opnieuw ziet hij hoe Amerika en Europa in hun handelen een gebrek aan verantwoordelijkheid vertonen waardoor moslims het Westen andermaal ziet als agressor. Het gevolg: het moslimfundamentalisme wordt in de kaart gespeeld. Abu Zayd: ‘Als een buitenlandse macht iets probeert op te leggen, leidt dat tot een identiteitscrisis, en een identiteit die bedreigt wordt, dat is puur gif. Persoonlijk ervaar ik ook de werking van dat mechanisme en ik voel: ik hoor bij hen’.

Democratisering

Wat is er nu nog terug te vinden van rationalistisch denken in de islamitische wereld? In het Westen horen we er weinig van, maar volgens Abu Zayd zijn verlichte ideeën niet verdwenen, maar vechten ze juist om een plaats in elke moslimsamenleving. ‘Mijn boeken zijn vertaald in het Perzisch en in het Turks. Er is uitwisseling, een spreiding van moderne ideeën. In India zijn er seculaire islamisten, die tegen een islamitische staat zijn. Het is een sterke beweging, niet puur academisch maar ook politiek.’

Een ander, verrassend, voorbeeld dat Abu Zayd noemt is Iran. Verrassend, omdat de VS het land immers indelen bij de ‘as van het kwaad’. Maar voor Abu Zayd is Iran – een land dat hij graag zou willen bezoeken maar waarvoor hem om onduidelijke redenen een visum is geweigerd – het voorbeeld van hoe moderne politieke concepten wel degelijk ingang kunnen vinden in het Midden-Oosten. Abu Zayd:  ‘Toen Khomeini aan de macht kwam heeft hij geen imamaat of kalifaat gesticht maar een republiek, een islamitische republiek. Een democratie binnen de sharia, waar de sharia de grondwet is. Dat was iets nieuws.’ Het meest bijzondere daarbij is dat de veranderingen in het land van binnenuit zijn gekomen. Anders dan in moslimlanden als Irak en Afghanistan heeft de bevolking zelf een revolutie ontketend die tot de omverwerping van het regime van de Sjah heeft geleid. En ook de huidige democratiseringsgolf en studentenprotesten tonen de kracht om voor zichzelf te strijden voor vernieuwing. Inmenging van buitenaf zou volgens Abu Zayd funest zijn. ‘Een aanval op Iran door de Verenigde Staten is het slechts denkbare scenario, een enorme stap terug.’

Koran

Wat Iran ook boeiend maakt volgens Abu Zayd  is dat de Sjiieten – waar de meerderheid van de Iraniërs toe behoort – opener staan voor interpretatie van de Koran dan de soennieten. Het werpt de vraag op of het vasthouden aan een letterlijke interpretatie van de Koran sowieso niet één van de belemmeringen is tussen het Midden-Oosten en het Westen.


Abu Zayd: ‘Ook hier ligt de zaak veel genuanceerder. Zelfs bij fundamentlisten bestaat er wel een  bepaalde acceptatie van een historische verklaring van de Koran, bijvoorbeeld als gaat om slavernij. Maar ik wil wel een stap verder gaan. Ik denk dat het tijd is voor een nieuw interpretatie van de Koran  Het is mijn opzet om een boek te schrijven waarin onderscheid wordt gemaakt tussen passages die essentieel zijn en delen die een beschrijving geven van de situatie zoals die bestond voor Mohammed. Hij stelt onverbloemd dat het hoofdstuk over vrouwen vol discriminerende passages zit. Maar het begint met de uitspraak dat God man en vrouw uit één ziel schiep. Dat was destijds een nieuwe opvatting en dat is volgens mij de essentie. De islam ontstond niet in een vacuüm, veel stukken in de Koran zijn beschrijvingen. In de soenna, (de overlevering van wat de profeet gedaan en gezegd heeft, een belangrijk deel van de sharia, red.) vind je veel irrelevant materiaal. Deze is vastgesteld in beginperiode van de islam en is bindend geworden, maar voor hoe lang? Voor toen of voor eeuwig?’

Er is nu meer discussie mogelijk over dit soort onderwerpen dan vijftig jaar geleden. Dat komt vooral door de nieuwe generatie, zij kunnen in ieder geval luisteren. Er zou meer wetenschappelijk onderzoek gedaan moeten worden. Op de universiteiten in het Midden-Oosten wordt alleen iets geleerd, er is weinig ruimte voor research, voor vernieuwing. Iran is ook een uitzondering, daar zijn wel onderzoekers die bovendien deel uitmaken van de religieuze instituties en dat is bijzonder.’

Abu Zayd:. “Vrijheid van handelen is essentieel, niet alleen voor onderzoekers maar voor iedereen. In de islamitische wereld zie je dat leiders de democratie gebruiken om aan de macht te komen en hem vervolgens afschaffen. Vrijheid is een waarde die universeel is. Dat kun je ook in de Koran vinden, er is geen sprake van dwang om moslim te worden. Als je je niet bekeert krijg je hier op aarde geen problemen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid is individueel, op de dag des oordeels zijn we alleen. In de Koran lezen we ook hoe God in discussie ging met satan, hij deed hem niet in ballingschap’.

Nasr Abu Zayd werd in 1943 geboren in een dorpje in Egypte. Hij studeerde Arabistiek en islamologie en werd hoogleraar aan de universiteit van Cairo. Sinds 1995 woont en werkt hij in Nederland, in Leiden is hij gastprofessor aan de faculteit van oosterse talen en in Utrecht bezet hij bij de universiteit van humanistiek de Averroes leerstoel. In Nederland kwamen van hem uit Vernieuwing in het islamitisch denken (Amsterdam, Bulaaq, 1996) en Mijn leven met de Islam (Haarlem, Becht, 2002). Voor zijn laatste boek ontving hij de Freedom of Worship Award 2002 van het Roosevelt Instituut.