Home Nanda Oudejans: ‘We zien niet dat de catastrofe zich voor onze ogen afspeelt’

Nanda Oudejans: ‘We zien niet dat de catastrofe zich voor onze ogen afspeelt’

Door Lianne Tijhaar op 30 maart 2016

Cover van 04-2016
04-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Als vluchteling ben je niemand en nergens’, zegt rechtsfilosoof Nanda Oudejans. Onze verantwoordelijkheid is het volgens haar niet om de rechtelozen op te vangen, maar om ze te ontvangen.

‘Laat ze oprotten, die teringlijers, we gaan met z’n allen naar het gemeentehuis’ – na deze tweet stond bij garagehouder Johan van Wouw de politie op de stoep. Haatzaaien of opruien is verboden in Nederland. Het voorkwam niet dat het vluchtelingendebat een kookpunt bereikte. Actief deelnemer aan de losgeslagen Twitter-discussie is rechtsfilosoof Nanda Oudejans. We luisteren te veel naar de hardste schreeuwers, vindt zij. ‘Er wordt vaak geroepen dat we grenzen moeten sluiten om doemscenario’s in de toekomst te voorkomen. Maar we zien niet dat de catastrofe zich al voor onze ogen afspeelt.’ Volgens Oudejans heeft het vluchtelingendebat ‘behoefte aan solidariteit’. Als we begrijpen waarom we mensen beschermen zodra ze aan onze grens verschijnen, zullen we snappen dat we mensen niet moeten opvangen, maar ontvangen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Naast haar academische carrière als rechtsfilosoof werkte Oudejans als vrijwilliger met vluchtelingen. Als academicus worstelde ze met filosofische vragen over de noodzakelijke begrenzing van de rechtsorde. Als vrijwilliger kreeg ze keer op keer niet uitgelegd waarom een uitgeprocedeerde asielzoeker het land moest verlaten. Vanuit het oogpunt van een uitgeslotene is diens uitsluiting immers per definitie onrechtvaardig. Het combineren van beide werelden werd ondoenlijk. Ze legde zich toe op haar filosofisch onderzoek om het probleem te doorgronden, toen al in de overtuiging dat dit hét probleem was waar staten in de eenentwintigste eeuw mee geconfronteerd zouden worden.

ROTZORG

‘We moeten helder krijgen wat “het beschermen van vluchtelingen” inhoudt’, stelt Oudejans. Want dat lijken we niet te begrijpen. ‘Ons huidige politieke beleid is gericht op het beschermen van vluchtelingen tegen vervolging, geweld en oorlog. Maar daar gaat het niet om! Dat mensen in hun eigen land niet beschermd worden of slachtoffer worden van oorlog, is – juridisch gezien – onze rotzorg niet. Ze worden pas onze zorg als ze aan onze grenzen verschijnen.’

Moeten vluchtelingen niet beschermd worden tegen geweld?
‘Dat is niet waar ons Vluchtelingenverdrag om draait. Als we alleen zouden beschermen tegen geweld, kunnen we vluchtelingen ook gewoon in de regio opvangen. Dan zou het afdoende zijn om ze een lepel rijst in hun mond te duwen en te zorgen dat ze geen geweer tegen hun kop hebben. Wij moeten zorg dragen voor de vluchteling, niet omdat hij slachtoffer is van geweld – een lot dat hij deelt met de achterblijvers –, maar omdat hij zonder bescherming is. Zodra iemand zijn land ontvlucht, overschrijdt hij nooit alleen een geografische grens, maar ook een andere grens: die van het recht. Vanaf het moment dat hij de grens over gaat tot het moment dat hij asiel aanvraagt, is hij rechteloos. Hij valt dan als het ware “buiten het recht”. Tegen die situatie moeten we hem beschermen. Een vluchteling vraagt asiel aan om zijn rechten te herstellen. Daarmee doet hij een beroep op wat de Duitse filosoof Hannah Arendt “het recht om rechten te hebben” noemde.’

Maar je kunt toch altijd een beroep doen op universele mensenrechten?
‘Ha, dat is de misvatting. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is een morele aspiratie, een niet-bindend document. Daarin staan allerlei rechten – recht op onderwijs, recht op huisvesting, recht op werkgelegenheid, noem maar op. Maar die rechten kun je pas claimen als er een staat is die die rechten voor je waarborgt. Zonder een staat is er niemand op wie jij een beroep kunt doen als deze rechten geschonden worden. Zonder staat ben je nergens. Volgens de Joodse schrijver Jean Améry is dat de meest indringende ervaring van vluchteling zijn: dat je niemand meer bent en nergens – “Ich war kein Ich mehr und lebte nicht in einem Wir.”

SCHREEUWERS

In de weloverwogen rust waarmee Oudejans haar woorden uitspreekt klinkt een welhaast woedende passie door. Die passie zie je ook terug op haar Twitter-kanaal, waar ze zich voortdurend mengt in discussies over vluchtelingen.

Draagt Twitter bij aan een constructief vluchtelingendebat?
‘Dat weet ik niet. Je volgt immers vooral mensen die je toch al leuk vindt, en andersom word je gevolgd door mensen die jou leuk vinden. Als je niet oppast, leidt Twitter vooral tot bevestiging van je eigen gelijk. Toch word ik regelmatig benaderd door mensen die het radicaal met mij oneens zijn. Daar probeer ik dan mee in discussie te gaan. En dan heb ik het niet over de harde schreeuwers waar de media vaak alle aandacht op vestigen. Daar kan ik niets mee. Maar er zijn veel meer mensen die daadwerkelijk bezorgd zijn. Die mensen worden nauwelijks gehoord, en het zou te kort door de bocht zijn hen van racisme of xenofobie te beschuldigen.’

Het vluchtelingendebat heeft behoefte aan solidariteit, vindt Oudejans. ‘Dat betekent dat we voor elkaar instaan: we zijn solidair met vluchtelingen, in het besef van onze eigen kwetsbaarheid. Wie weet treft het noodlot ons of onze kinderen op een dag. Maar we moeten ook solidariteit uitspreken naar andere mensen die zich uitgesloten voelen. De kans dat vluchtelingen – ook al zijn ze hoogopgeleid – jouw of mijn baan innemen, is vrij klein. Maar dat is voor veel mensen echt anders. Kijk naar wat er gebeurde toen er Poolse migranten kwamen. Mensen verloren hun baan, omdat een Pool het goedkoper doet. Zodra we mensen insluiten, sluiten we onvermijdelijk ook mensen uit. Dat is geen pleidooi om grenzen te sluiten, maar wel om solidair te zijn met mensen die het op sociaal-economisch vlak minder hebben.

Hoe doen we dat dan?
‘Neem tassenontwerper Omar Munie, die op 8-jarige leeftijd uit de Somalische burgeroorlog naar Nederland vluchtte, en nu The Dreamfactory heeft opgestart om Nederlandse werklozen hun droom terug te geven. Zij mogen bij hem een halfjaar werken met behoud van hun uitkering. Als het bevalt, krijgen ze een contract. Dát is solidariteit. Als je dat kunt uitdragen, snap je dat we bouwen aan een gezamenlijke toekomst.’

Maar niet alle vluchtelingen komen hier om te bouwen aan die gezamenlijke toekomst.
‘Uiteraard. Het liefst zien we natuurlijk alleen maar succesvolle vluchtelingen. Maar we selecteren nu eenmaal niet op goed gedrag, kansen of talenten, dus je zult ook mensen moeten beschermen die niet succesvol zullen zijn en die misschien zelfs je samenleving tot last zullen zijn. Ook dat is solidariteit. Ken je de voorleesboeken van Max Velthuijs? Hij schreef het boekje Kikker en de vreemdeling. Dat kinderverhaal illustreert precies hoe wij omgaan met vluchtelingen. Het gaat als volgt: op een dag komt vreemdeling Rat aan in het bos van Kikker. De enige bewoner die een beetje nieuwsgierig is, is Kikker. Maar de rest wil die vieze rat niet in hun bos: hij moet terug naar waar hij vandaan komt. Dan fikt het huis van Varkentje af. Wat gebeurt er? Rat blust het huis en bouwt het opnieuw op. En dan ineens ziet iedereen dat Rat toch wel heel leuk is.

Dit kleine kinderverhaal bevestigt hoe wij omgaan met vluchtelingen. Wij willen alleen maar vluchtelingen die bevestigen wie wij zijn en die goed zijn voor ons – dat zijn geen mensen die alleen maar onze banen en huizen komen inpikken. De Franse filosoof Jacques Derrida problematiseert deze manier van denken. Een onderscheid maken tussen politiek en economisch vluchtelingen vindt hij pervers. Het is namelijk vanzelfsprekend dat een politiek vluchteling ook iets verwacht van de economische situatie van het land. Maar dit onderscheid zit zo ingebakken in ons denken over vreemdelingen dat we voortdurend op onze hoede zijn of ze toch niet hier gekomen zijn om misbruik van ons te maken. We gaan bijna zitten wachten tot ze het fout doen. Rondom Keulen, bijvoorbeeld, hing een groot “zie je wel”-gevoel.’

GEWELD

‘Een groot probleem van het huidige vluchtelingendebat is dat we gericht zijn op chaos en wanorde die zou ontstaan door de komst van vluchtelingen’, stelt Oudejans. ‘Maar het geweld is nu al in volle gang. Mensen verdrinken al twintig jaar aan onze grenzen en komen in onmenselijke omstandigheden terecht. De Joodse filosoof Walter Benjamin schreef een prachtig essay: Zur Kritik der Gewalt (1921), waarin hij stelt dat de democratie haar eigen geweld niet onder ogen kan zien.’

‘Als Benjamin in 1940 nazificerend Europa ontvlucht, ervaart hij deze vorm van geweld aan den lijve. Hij wordt gearresteerd aan de Spaanse grens en pleegt daar zelfmoord. Vlak voor zijn dood schreef hij zijn werk Over het begrip geschiedenis. Hierin schrijft Benjamin over de Engel van de Geschiedenis. Deze engel leert ons niet te kijken naar het gevaar in de toekomst (bijvoorbeeld de vluchtelingen die gaan komen), maar naar de ellende die zich al voor onze ogen afspeelt.’

‘En wat zien we nu?’ Oudejans slaat haar vuist op tafel. ‘We gaan de grenzen nog fanatieker bewaken en creëren onrealistische dreigingen. We krijgen te horen dat er zoveel vluchtelingen zijn omdat de grenzen lek zijn. Nee! De grenzen worden al extreem streng bewaakt. Daarom moeten die mensen levensgevaarlijke routes nemen. Wil je ze nog strenger bewaken? Hoever wil je dan gaan? Human Right Watch schrijft nu al rapporten dat er geweld wordt gebruikt aan de buitengrenzen van Europa. Dat is wel ónze grens, hè, die daar bewaakt wordt. Soms zou je willen dat de Engel van de Geschiedenis weer even aan de grenzen van Europa zou kijken om ons te waarschuwen dat het geweld zich nu al opstapelt en niet van de vluchtelingen komt.’

Stel dat we de route naar Europa makkelijker maken. Is er wel voldoende sociaal draagvlak om al die mensen op te vangen?
‘Er schuilt een foute veronderstelling in deze vraag, namelijk dat er méér vluchtelingen zouden komen als we de route makkelijker maken. Maar onderzoek wijst uit: het creëren van barrières en blokkades houdt mensen niet tegen om te vluchten. Als we mensen in staat stellen om het vliegtuig te pakken, komen er net zoveel vluchtelingen als nu. Alleen hoeven ze dan geen levensgevaarlijke en peperdure route te nemen.’

Waarom is het zo belangrijk dat we vluchtelingen opvangen?
‘Er zijn het afgelopen jaar honderdduizenden vluchtelingen Europa in gekomen. Stel je voor wat er gebeurt als al die mensen geen enkele vorm van bescherming krijgen. Dan heb je dus honderdduizenden illegale mensen op je grondgebied die niet onder het oog van de wet leven. Dat creëert chaos. We beschermen die mensen dus in eerste instantie uit een weloverwogen eigenbelang. Door ze rechtssubject te maken, scheppen we weer orde in de chaos. Als je dit onder ogen ziet – en dus ziet dat vluchtelingen meer nodig hebben dan bescherming tegen geweld –, dan begrijp je dat er meer nodig is dan opvang. En dat is ontvangst.’

Ons huidige beleid wordt gekenmerkt door een gebrek aan dat inzicht, vindt Oudejans. Ik wijs op de Tweet die ik voorbij zag komen (‘Ik denk dat ik maar de politiek in ga’). Lachend: ‘Ja. Ik meende dat echt toen ik dat tweette. Hoe moeilijk kan het zijn om aan je volk uit te leggen: dít zijn onze verplichtingen jegens vluchtelingen en om déze redenen is het belangrijk om die na te leven. We hebben een nieuwe linkse politiek nodig, die weer de vraag durft te stellen wat ons als samenleving verbindt en hoe we bouwen aan een gemeenschappelijke toekomst. Ik denk dat ik… Hé, maar dit ga je toch zeker niet opschrijven, hè?’

Nanda Oudejans werkt als rechtsfilosoof aan de Universiteit van Tilburg. Ze doet onderzoek naar de bescherming van staatlozen in Nederland. Op 15 april 2016 spreekt ze op de Filosofie Nacht over Walter Benjamins Engel van de Geschiedenis