Als het aan de Amerikaanse president ligt, krijgt de wereldatlas snel een nieuwe druk. De tweede termijn Trump is nog maar net begonnen en menige grens is al op de onderhandelingstafel beland, van Groenland tot Gaza. Historisch gezien is Trumps gemorrel aan de wereldkaart allesbehalve uitzonderlijk. Het grondgebied van bijna elk land kent een geschiedenis van gewelddadige verovering, verdrijving en uitbuiting. Territoriale grenzen zijn een betrekkelijk recente vondst in de menselijke geschiedenis, en bron van talloze conflicten. Moeten we er eigenlijk aan vasthouden?
Nee
Kosmopolitische filosofen bekritiseren het statenstelsel. Dat stelsel leidt tot oorlog, ongelijkheid en gebrekkige internationale samenwerking, terwijl wereldproblemen juist een gemeenschappelijke aanpak vereisen. Het huidige systeem van staten is pas enkele eeuwen oud en zou best vervangen kunnen worden. Een kosmopolitisch voorstel is om grenzen te openen, staatssoevereiniteit drastisch in te perken en een democratisch gekozen wereldregering aan te stellen. Dat ondervangt een morele tekortkoming van het huidige systeem: staatsbesluiten hebben vaak grensoverschrijdende effecten. De beslissingen die de Verenigde Staten nemen over invoertarieven of ontwikkelingshulp beïnvloeden mensen wereldwijd. Met een mondiale democratie kan beter gehoor worden gegeven aan het ‘principe van alle betrokken belangen’ (all-affected interests principle): iedereen die door een besluit wordt geraakt, heeft het recht om aan de besluitvorming deel te nemen.
Ja
Andere filosofen breken juist een lans voor het statenstelsel. Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) bevroedde dat het ‘Westfaalse stelsel’ van territoriale grenzen voor altijd het fundament van ons politieke systeem zou blijven: het schiep een orde die essentieel was voor de machtsbalans in Europa. Territoriale staten reflecteren een voor Rousseau belangrijk principe: een gemeenschap kan slechts vrij zijn als ze zichzelf bestuurt. Dit idee van gezamenlijke zelfbeschikking vormt een moreel argument voor het systeem van territoriale staten. Zonder duidelijk geografisch territorium kan een gemeenschap niet de instituties ontwikkelen die nodig zijn om haar recht op zelfbeschikking uit te oefenen. De staat heeft daarom het recht om een bevolking en een territorium te besturen, onder de voorwaarde dat die staat daarbij de gedeelde politieke wil van zijn burgers vertegenwoordigt.