Met welke houding treden we toeval en pech tegemoet? Daartoe zijn er, volgens levenskunstfilosoof Wilhelm Schmid, ten minste zeven opties voorhanden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De rol van het toeval brengt met zich mee dat veel in het leven niet gekozen en niet gepland kan worden: het leven als geheel krijgt gestalte via een reeks toevalligheden. Toch staat u daardoor niet per se aan de zijlijn, want het is van groot belang of u zich voor de toevalligheden openstelt of niet. Het toeval kan mogelijkheden voor het leven ontsluiten die bij een geplande levensvoering buiten beschouwing blijven. Het levert het materiaal voor avonturen en experimenten waaraan u anders niet gedacht zou hebben. Dat is wat ‘vormgeving’ van het leven kan inhouden: niet slechts een activiteit, niet slechts het gericht werken aan de realisering van een voornemen, maar altijd ook passiviteit, namelijk iets laten gebeuren, je door het leven laten leiden en soms zelfs laten verleiden. Dat wil zeggen niet alleen een actief ‘doen’, maar ook een passief ‘laten’, om via deze tweevoudige weg je eigen leven en jezelf vorm te geven: een element van gelatenheid.
Ironiseren
Levenskunst wil dus zeggen het reeds vooraf incalculeren van invloeden van buitenaf. Niet degene die overal en altijd in volledige vrijheid over zichzelf beschikt, getuigt van een soeverein bewustzijn, maar degene die een zekere duidelijkheid weet te verkrijgen over waar enige zelfbepaling mogelijk is en waar niet. Uitsluitend daar waar dat mogelijk is, en alleen als het zinvol lijkt, gaat u bij zichzelf te rade en volgt uw eigen inzichten in plaats van de gebaande wegen. Zo beperkt het handelen zich tot datgene waarop invloed kan worden uitgeoefend. Daartegenover staan de erkenning van eigen onmacht, de gelatenheid, het vermogen tot aanvaarding, zich niet bezighouden met dingen waarop u geen invloed kunt of wilt uitoefenen.
Neurobiologie
Wetenschappelijk kennis staat nooit definitief vast. Kennis heeft een geschiedenis, gekenmerkt door velerlei ontwikkelingen, pijnlijke vergissingen en fundamentele vernieuwingen. Het is bijzonder onaannemelijk dat deze geschiedenis uitgerekend in het huidige tijdsgewricht haar eindpunt bereikt. Zeker is slechts dat de kennis altijd weer door volgende kennis wordt ingehaald, zodat het onverstandig is om het leven te sterk aan zijn huidige verschijningsvorm te binden. Kennis is onafhankelijk van de menselijke toegang tot een object, van door mensenhanden gemaakte instrumenten en meetmethoden. Er is maar één ding zeker: de instrumenten van vandaag zullen morgen reeds in een museum te bezichtigen zijn. Enig voorbehoud is dus op zijn plaats bij neurobiologische beweringen van het type: ‘Het ik bestaat niet.’ Want wie spreekt hier? Een ik? Dan is de bewering over het ik al weerlegd. Geen ik? Dan is de bewering niet van belang, want niemand heeft iets gezegd. Of neem de uitspraak: ‘De vrije wil bestaat niet.’ Zegt degene die hier spreekt dit vrijwillig of niet? Indien vrijwillig, dan vervalt deze uitspraak over de niet-bestaande vrije wil. Indien onvrijwillig, dan neigt het waarheidsgehalte van deze uitspraak naar nul, want wie de vrije wil niet kent, kan daarover ook geen uitspraken doen.
Dit zijn logische en epistemologische tegenwerpingen. Daarbij komt nog een ethische tegenwerping: een ik, zijn vrije wil en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid voor het eigen doen en laten mogen dan menselijke ficties zijn, maar het zijn wel bruikbare ficties. Ook als het handelen zou berusten op neuronale sturing, is men met zijn hele eigen wezen verantwoordelijk voor de gevolgen, nog afgezien van de buitenwereld. In maatschappelijk opzicht bevordert de ontkenning van keuzemogelijkheid en verantwoordelijkheid slechts de opvatting van vrijheid als een vorm van willekeur: alle daden en misdaden kunnen dan verklaard worden met een beroep op serotonine. Daders kunnen dan al van tevoren en in volle bewustzijn ter verklaring van hun handelen geen psychologische maar neurobiologische gronden aanvoeren. Maar de slachtoffers zullen daarin slechts cynisme zien.
Verantwoordelijk
Wilhelm Schmid is filosoof. Hij woont in Berlijn. In Nederland is van hem verschenen Filosofie van de levenskunst. Inleiding in het mooie leven, uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam 2001. Homepage: www.lebenskunstphilosophie.de