Home Krankzinnige genieën

Krankzinnige genieën

Door Annemarie Lavèn op 06 januari 2020

Cover van 01-2020
01-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Een van mijn favoriete verhalen van Roald Dahl is ‘William en Mary’. Kort na het overlijden van haar echtgenoot William komt Mary te weten dat hij heeft meegewerkt aan een buitenissig medisch experiment. Hij heeft toegestaan dat zijn hersenen na zijn dood in leven gehouden worden. Aangesloten op een hart-longmachine kunnen ze eeuwenlang in perfecte staat blijven functioneren. Voor William, een filosoof die vindt dat hij een verdomd goed brein bezit, een onweerstaanbare gedachte. Om toch met de buitenwereld te kunnen communiceren behoudt hij alleen één oog, dat verbonden is met zijn hersenen en in een schaaltje met vloeistof drijft. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Mary onderdrukt haar weerzin en besluit het ziekenhuis te bezoeken waar het restant van haar man ligt. Eenmaal daar bekijkt Mary geïntrigeerd het ene oog van haar echtgenoot. Ze begrijpt gelijk de vele voordelen die de nieuwe situatie met zich meebrengt. Na al die jaren is ze verlost van de zure, bazige man die haar leven vergald heeft. Hij kan niets anders dan haar vol haat aanstaren, terwijl ze langzaam sigarettenrook in zijn ene oog uitblaast. Eindelijk is hij machteloos en kan ze hem zo lang ze leeft met gelijke munt terug betalen.

Technologie boezemt nu eenmaal angst in

Hoewel humoristisch, bevat het verhaal klassieke horrorelementen. Medische techniek in handen van krankzinnige genieën, machines aangesloten op het menselijk brein, complete afhankelijkheid van technische middelen. Technologie boezemt nu eenmaal angst in. Op dit moment zijn het de razendsnelle ontwikkelingen binnen de biotechnologie en informatietechnologie die voor gevoelens van verwarring en vervreemding zorgen. Wetenschappers experimenteren immers met het muteren van DNA, in de zorg voeden robots onze ouderen en Chinese burgers worden door middel van stem- en gezichtsherkenning onder controle gehouden. 

Toch is de wereldwijde opkomst van ‘disruptieve’ technologieën volgens de eminente techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek niet iets om bang voor te zijn. Technologie is gewoonweg ons noodlot, stelt hij. De mens is altijd al een technologisch wezen geweest en moet de technologische conditie van ons bestaan aanvaarden. Verbeek ziet daarin een belangrijke rol weggelegd voor filosofie. Want we hebben filosofie nodig om nieuwe ethische kaders te stellen en concepten als autonomie, verantwoordelijkheid en democratie opnieuw door te denken. 

En tot die tijd moeten we het met de literatuur doen.