Peter Sloterdijk, inmiddels ook al weer bijna tachtig, is en blijft een voorbeeldige Europeaan. In tijden waarin steeds meer twijfel bestaat over de politieke en culturele betekenisloosheid en machteloosheid van Europa, gooit de Duitse cultuurfilosoof nog eens ouderwets zijn kont tegen de krib, met een hartstochtelijk pleidooi voor het danig vergrijzende continent.
Met Europa is weinig mis, aldus Sloterdijk, maar de bewoners kunnen dit niet meer onder ogen zien. De Europeaan heeft tegenwoordig een verachting voor Europa. Dat is iets wat je je op staatsniveau niet kunt voorstellen. Een Nederlander verachting voor Nederland of een Fransman voor Frankrijk? Milde spot af en toe misschien, maar verachting?
René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en voormalig Denker des Vaderlands. Hij schreef meerdere boeken over filosofie, waaronder Bureaucratie is een inktvis (2015), dat bekroond werd met de Socratesbeker, en Het laatste woord (2025).
Toch is het niet anders. Je zou kunnen spreken van een typisch Europese geestesziekte. En dat terwijl de Europeanen in veel opzichten bevoorrechte wezens zijn. Ze leven, merkte de Franse filosoof Jean Baudrillard ooit op, al in het paradijs. Ze hebben een ‘jubelexistentie’, zegt Sloterdijk. Probleem met deze paradijsbewoners is dat ze er geen idee van hebben waar het comfortabele leven dat zij genieten eigenlijk op gebaseerd is. Als er al geleerden of academici zijn die erop wijzen dat Europa niet zo’n heel fijne geschiedenis heeft, wordt dat door het eeuwig brommende volk niet werkelijk opgepikt. Liever vermeien zij zich in gemopper op de bureaucratie in Brussel, de almaar toenemende belastingdruk of het onvermogen van de politiek om echt belangrijke problemen – van file tot vluchteling – op te lossen.
Europeanen hebben een ‘jubel-existentie’
Zoiets zou je ‘ondankbaarheid’ kunnen noemen en dat doet Sloterdijk ook. Het gaat om het mooiste continent dat er is, maar het lukt de Europeaan niet om te beseffen hoeveel mazzel hij of zij heeft. Het centrale idee van het boek is om die ‘geest van de ondankbaarheid’ de grond onder de voeten weg te nemen. De verkozen methode is om Europa metaforisch als een boek te zien en de bijbehorende pedagogische opzet bestaat erin de Europeaan weer te leren ‘lezen’ in de eigen geschiedenis. Wat we op die manier ontdekken, is dat Europa geen essentie heeft. In die zin is het een ‘continent zonder eigenschappen’. Het bevat iets, het houdt iets bij elkaar – ‘continent’ komt van het Latijnse continere, ‘bevatten’ – maar wat, dat blijft onduidelijk. Tolerantie, zoals Angela Merkel ooit beweerde? Vrijheid? Diversiteit? Jazeker, maar – en dat is in veler ogen de ellende – altijd ook het omgekeerde.
Europa kan altijd alle kanten op en is daarom pure potentie. Het kan dan ook niet anders dan een kinderlijk continent zijn, want ook in het kind schuilt pure potentie. De belangrijkste ‘psychisch-culturele’ uitvinding van Europa, zo schrijft Sloterdijk, is niet de leraar die zijn kennis vanuit de hoogte reproduceert ten overstaan van de kinderen in zijn klas, maar precies het kind. De leerling, bij wie ‘deemoed en ambitie tegelijkertijd [moeten] worden geactiveerd’. De combinatie van die beide noem je dankbaarheid. Sloterdijks boek laat zich lezen als een vaccin tegen de Europese ondankbaarheid en toont dat dankbaarheid toch best een nobele eigenschap van het continent zonder eigenschappen zou kunnen zijn.
Peter Sloterdijk komt binnenkort naar Nederland: op 19 oktober 2025 spreekt hij op het Brainwash Festival in Amsterdam over het verleden en de toekomst van Europa.
Het continent zonder eigenschappen. Bladwijzers in het boek Europa
Peter Sloterdijk
vert. Mark Wildschut
Boom
288 blz.
€ 29,90

