Home Karakter

Karakter

Door René ten Bos op 21 april 2020

Karakter
Cover van 05-2020
05-2020 Filosofie Magazine Lees het magazine

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Probeer de ramp te denken als een rimpel. Het gladgestreken gezicht, zo zul je merken, vertoont opeens onregelmatigheden. Het landschap om je heen rijt open en scheurt. Angsten overvallen je. De ramp is het einde van de cosmetica en het einde van de kosmos. Ramp is wanorde. Maar er komt iets voor in de plaats. Je zou het karakter kunnen noemen. Dit woord komt van het Griekse charassein: ‘scherpen, krassen, merken.’ Karakter is inzien dat botox illusoir is. Ook al proberen we nog zo hard alles glad te strijken, de huid en het land zijn wild en volgen hun eigen logica.

In rampspoedige tijden weet men de weg niet meer. Men is de leidende ster kwijt: dis-aster. Overal plooien en scheuren, maar nergens heldere logica of wegbewijzering. Vandaar de allesoverheersende gedachte: botoxheimwee. Niets vreest men zozeer als karakter. Men wil terug naar normaal. Straks, als het scheuren en rijten voorbij zijn, dan zijn we weer wie we waren: mensen zonder eigenschappen. De rimpel verdwijnt achter de botulinetoxine.

Hoe zou het zijn als je echt met karakter uit de ramp komt? Je zou die heimwee naar het normale verwerpen. Je zou zeggen dat sommige dingen niet meer kunnen. Je zou duidelijk maken dat het geen toeval is dat dit ons is overkomen, dat er schuldigen zijn, dat je zelf eventueel ook schuldig bent. Je zou je verzetten. Je zou je leren verdiepen in schubdieren en mangoesten. Je zou ontdekken dat China niet ver weg ligt, maar net om de hoek. Je zou begrijpen dat je deel uitmaakt van een netwerk aan vectoren die je constant in allerlei richtingen willen sturen. Je zou misschien zelfs boos worden.

Straks zijn we weer gewoon mensen zonder eigenschappen

Boos worden mag niet. Boosheid duidt op te veel karakter. Dus wordt van ons gevraagd achter de leiders te gaan staan. Ergens besef je dat het dezelfde mensen zijn die door bezuinigingen de hele ellende teweegbrachten, maar dat waren andere tijden. Dat was toen. Boos is een vorm van het kwade. Juist tijdens de ramp worden we opgeroepen kalm te blijven. Er is geen reden voor boosheid. Wat nodig is, is eensgezindheid. Er is ook geen reden voor paniek. Paniek is een soort superlatief van boosheid. Waar boosheid nog duidt op karakter, duidt paniek op een teveel aan karakter. Denk aan hoe de paniek op iemands gezicht staat geschreven. Het gezicht belichaamt de angst.

Waar boosheid het kwaad is, is paniek het kwaadste kwaad. Straks als alles normaal is, als alles weer gladgestreken is, dan zal blijken dat alle boosheid en paniek onnodig waren. Er zullen weer sterren aan het firmament rijzen en we weten onze weg weer. De logica van de ramp is tot bedaren gekomen. De boosheid en de paniek ook. En daarmee het karakter.