Home Jonas Lüscher: ‘Elk mens heeft wreedheid in zich’

Jonas Lüscher: ‘Elk mens heeft wreedheid in zich’

Door Alexandra van Ditmars op 21 april 2016

Jonas Lüscher: ‘Elk mens heeft wreedheid in zich’
Cover van 05-2016
05-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Onze beschaving is maar een dun laagje vernis, zegt de Zwitserse filosoof Jonas Lüscher. In zijn novelle Het voorjaar van de barbaren laat hij zien hoe klein de stap naar barbarij is.

Jonas Lüscher wijst uit het raam van zijn hotel, dat vlak naast Amsterdam Centraal staat. ‘Kijk eens naar die massa’s mensen.’ Buiten haasten zakenmannen in pak zich over de stoep naar het station, nerveus op hun horloges kijkend. Langs de rijen fietsenrekken speuren mensen met de fiets aan de hand naar een vrije plek. Groepen toeristen staan te wachten bij het zebrapad. ‘Het is erg druk op straat, maar al die stromen mensen worden in goede banen geleid. De manier waarop zij met elkaar samenleven lijkt bijna vanzelfsprekend. Toch is dat niet het geval.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een samenleving is altijd het gevolg van een sociaal contract, vervolgt Lüscher. In zijn novelle, die in het Nederlands verscheen als Het voorjaar van de barbaren, staat dit contract centraal. ‘Filosoof Thomas Hobbes schreef hier in de zeventiende eeuw al over. Het contract houdt in dat mensen afspreken zich aan wetten en regels te houden, zodat we veilig en vredig kunnen samenleven.’ Dus lopen wij niet op straat maar op de stoep, zetten wij onze fietsen netjes weg en wachten we bij het stoplicht. Aan het deels overdragen van eigen vrijheden aan het gezag hebben wij onze democratie te danken. ‘Maar neem die niet voor lief. Ons sociale contract kan zo doormidden gescheurd worden.’

Dat is precies wat er gebeurt in Lüschers boek. Hoofdpersoon Preising belandt in Tunesië bij toeval op een extravagant huwelijksfeest, dat plaatsvindt bij een luxe vakantieverblijf midden in de woestijn. De genodigden zijn jonge, rijke Engelse bankiers. Als de gasten na het feest hun roes liggen uit te slapen, ontdekt Preising dat Engeland bankroet is verklaard. Werkloosheid, torenhoge schulden en geblokkeerde creditcards zijn de gevolgen. En dan blijkt de stap naar barbarij klein te zijn. Gestrand in de woestijn worden binnen een paar uur voedselvoorraden geplunderd, mensen vermoord en kamelen geslacht.

Een beschaafde groep mensen die in één dag verandert in een stel barbaren, is dat niet wat overdreven?
‘Ik ben bang dat het echt zo snel kan gaan. Mensen kunnen heel beschaafd zijn, maar bij een ingrijpende verandering – bijvoorbeeld een grote financiële crisis – vallen die beleefdheden weg. Angst en onzekerheid over het dagelijks bestaan kunnen mensen aanzetten tot barbaarse handelingen. Als mensen zich bedreigd voelen, blijkt onze beschaving een dun laagje vernis. Elk mens heeft wreedheid in zich, daar twijfel ik niet aan.’

Hoe weet u dat zo zeker?
‘Helaas zijn er genoeg gruwelijke voorbeelden uit de geschiedenis die dat tonen. Neem bijvoorbeeld de Balkan-oorlog, die begin twintigste eeuw plaatsvond. Daarbij ging de omslag naar barbarij ontzettend snel. Mensen die al decennialang samen in hetzelfde land leefden begonnen elkaar te vermoorden en concentratiekampen te bouwen. Of denk aan de genocide in Rwanda, waarbij 800.000 mensen het leven lieten. Dat is nog geen 25 jaar geleden. Er zijn denkers, zoals socioloog Norbert Elias, die het over een toenemende beschaving hebben in de loop van de eeuwen. Daar kan ik me niet in vinden. Ik vraag me af of er überhaupt vooruitgang heeft plaatsgevonden.’

U klinkt pessimistisch over de mens.
‘Aan de ene kant zie ik altijd de mogelijkheid van een enorme terugval in onze beschaving. Maar ik ben ook optimistisch. Zelfs als barbaarse tijden herleven, denk ik niet dat alles verloren gaat. De Oostenrijkse schrijver Franz Borkenau schrijft: “Barbarendom is niet hetzelfde als het terugzetten van de klok.” We hoeven na zo’n terugval niet helemaal opnieuw te beginnen. Culturele producten als boeken, wetenschappelijke artikelen en films overleven die namelijk. Daardoor blijft de hoge cultuur altijd een beetje bewaard. Van daaruit kun je gaan opbouwen. In Europa gebeurde dat na de Tweede Wereldoorlog; die wederopbouw ging behoorlijk snel.
Het besef dat er altijd restanten van beschaving zijn is belangrijk. Dat geeft houvast en de mogelijkheid iets in werking te zetten: mooie werken inspireren tot nieuwe ideeën. Dat lijkt mij essentieel. Als je geen ideeën hebt, laat je al snel anderen voor jou beslissen.’

De hoofdpersoon in uw boek neemt geen enkele beslissing.
‘Veel mensen denken dat mijn boek gaat over de financiële crisis. Maar eigenlijk gaat het over niet-handelen. Preising kan in het hele boek niets besluiten. Hij weet niet of hij het bovenste knoopje van zijn overhemd open of dicht wil, maar ook niet of hij wil optreden tegen kinderarbeid. Dat heb ik gedaan omdat ik het gevoel heb dat sommige mensen onze maatschappij zo complex vinden dat ze denken geen invloed te hebben. Dat zorgt ervoor dat ze denken: ik snap er niet genoeg van, ik bemoei me hier niet mee. Politici maken daar soms gretig gebruik van. Dat is gevaarlijk, want dan krijg je passieve burgers.’

Hoe doen politici dat?
‘Bondskanselier Angela Merkel zei tijdens de laatste financiële crisis dat er geen alternatief was voor de maatregelen die zij ging treffen. Daarmee geeft ze de boodschap af dat zij weet wat te doen en dat de rest er niet eens over na hoeft te denken. Er is toch geen andere mogelijkheid, dus iedereen moet haar volgen. Een regeringshoofd dat stelt dat er maar één beleid mogelijk is, dat is zó ondemocratisch.’

U twijfelt niet alleen aan onze beschaving, maar ook aan onze democratie?
‘Onze democratie is niet zo democratisch als die zou moeten zijn. Maar ook hierover ben ik zowel kritisch als optimistisch. Kritische vragen stellen is de eerste stap om goed over zaken na te denken. En pas als je gaat nadenken, is verbetering mogelijk.’