Home Joke J. Hermsen: ‘Nu is het genoeg’

Joke J. Hermsen: ‘Nu is het genoeg’

Door Marco Kamphuis op 18 april 2005

04-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

Dertig jaar na W.F. Hermans schreef Joke J. Hermsen haar eigen Onder professoren. Een sleutelroman over macht, incompetentie en seksisme aan de Nederlandse filosofiefaculteiten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


Begin jaren tachtig studeerde Joke Hermsen filosofie in Parijs. Een mooie tijd: de amfitheaters waren tot de nok gevuld met studenten die ademloos naar grootheden als Deleuze, Kristva, Derrida en Foucault luisterden. In die inspirerende omgeving ligt het begin van haar schrijverschap.

Het contrast met de vaderlandse academische filosofie kon niet groter zijn. Dat er hier een ronduit kleingeestig klimaat heerst, mogen we althans opmaken uit De profielschets, Hermsens derde roman. De aanleiding voor het schrijven ervan was een krantenbericht over een Amsterdamse hoogleraar filosofie die de gewoonte had geliefden aan een baan te helpen. Toen hij zijn laatste minnares als hoogleraar esthetica aangesteld wist te krijgen, hoewel ze over het vakgebied nooit een letter op papier had gezet, ontstond er een rel, waarin het college van bestuur de mannelijke hoogleraar onverkort steunde. Hermsen: ‘Toen dacht ik: nu is het genoeg. Ik heb gewerkt in Amsterdam en Tilburg, waar de vakgroepen filosofie mannenbolwerken waren, en waar herhaaldelijk sprake was van dit soort vermenging van macht met seksualiteit. Ik denk trouwens dat het overal ter wereld en op heel verschillende arbeidsterreinen voorkomt… Macht corrumpeert.’

Hermsen laakt niet alleen machtsmisbruik, maar ook gebrek aan creativiteit en productiviteit in de filosofische academische wereld. In Frankrijk publiceren academische filosofen jaarlijks een boek – hier een voetnoot. Haar ervaring is dat het niet uitmaakt wat er uit je handen komt, als je erkenning van vakgenoten zoekt, maar hoe je je opstelt binnen het netwerk.
 

Aanstoot

In deze conservatieve wereld zijn bijna geen vrouwelijke docenten, en vrouwelijke filosofen worden niet in het lesprogramma opgenomen. Er is in het algemeen weinig aandacht voor de filosofische kwestie van gender. (Gender heeft betrekking op de culturele constructie van de identiteit van ‘man’ en ‘vrouw’ die niet te herleiden is tot de biologische identiteit van de twee geslachten.) Ook dat is in Frankrijk wel anders, betoogt Hermsen. ‘Kijk naar Lyotard, Derrida, Hofman. Als er één kwestie is die in de twintigste eeuw te denken heeft gegeven, dan is het wel die van het verschil – différance – en ook van de seksuele differentie. Er zijn in de afgelopen eeuw enorme veranderingen opgetreden in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, en dat is dus ook filosofisch interessant. Alleen werd dat door de meeste collega’s die ik heb gehad als flauwekul en als onfilosofisch beschouwd.’

Welke vrouwelijke filosofen worden ten onrechte uit de traditie geweerd? ‘Daarover heb ik een boek geschreven, Het denken van de ander, dat ik met veel kabaal heb gepresenteerd in Tilburg, waar sommige hoogleraren enorm aanstoot aan namen. Daar staan zo’n dertig vrouwelijke filosofen uit de moderne tijd in, die heel erg de moeite waard zijn. Als je naar de twintigste eeuw kijkt, kun je denken aan Simone Weill, Hannah Arendt, Carry van Bruggen in Nederland, de Franse tak natuurlijk, met Sarah Kofman, Julia Kristeva… het zijn er nogal wat. Het lot van Lou Andreas-Salomé is typerend: zij wordt traditioneel als de muze van grote mannen neergezet, terwijl Freud zelf heeft gezegd dat een belangrijk aspect van de psychoanalytische theorie aan haar te danken is. Ze heeft een twintigtal boeken geschreven, die nooit herdrukt, nooit gelezen worden.’

De teloorgang van het gedachtegoed van elke auteur is natuurlijk zonde, of die nu mannelijk of vrouwelijk is, verduidelijkt Hermsen. Maar in dit geval zijn er bijkomende nadelen. Vrouwelijke studenten haken af omdat de lesstof hun geen aanknopingspunten biedt; ze wanen zich in een vreemde wereld. ‘Daarnaast is het jammer omdat de filosofische traditie nu eenzijdig blijft. Je krijgt een monomane geschiedenis, die noch het hele filosofische spectrum kan bestrijken, noch het hele leven kan doordenken, als daarvan systematisch de helft van de mensheid wordt uitgesloten. Bovendien – maar dat is iets waar ik persoonlijk waarde aan hecht – waren veel vrouwelijke denkers interdisciplinaire denkers, en ze beoefenden meerdere genres: het essay, de roman, geschiedkundige en politieke werken. Je zou kunnen zeggen dat ze horizontaler dachten, waardoor ze meer aspecten van de samenleving en de geschiedenis bij hun werk betrokken, en dat is beslist een verrijking. Je hebt natuurlijk ook wel de echte systeemvorsers nodig, die verticaal de diepte in gaan en daar de moeilijkste kwesties doorgronden, maar dat is maar één kant van de zaak. Veel vrouwelijke denkers hebben die veelzijdigheid. Ik ben daarvan zelf ook een voorbeeld: wie heb je nou in Nederland, die schrijver en filosoof zijn? Marjolijn Februari, Désanne van Brederode, ikzelf. Hoe dat komt? Ik weet het niet. Het schijnt dat vrouwen ook veel beter dan mannen meerdere dingen tegelijk kunnen doen.’

Getuige De profielschets kostte het de schrijfster weinig moeite in de huid van de manipulerende professor te kruipen. ‘Dank je.’ Haar inlevingsvermogen roept de vraag op of zijzelf, in een vergelijkbare positie, niet ook… ‘O, dat sluit ik helemaal niet uit! Macht zou mij ook kunnen corrumperen. Het is een hardnekkig mechanisme. Maar juist daarom moet een organisatie, in dit geval het bestuur van de Universiteit van Amsterdam, tegen misbruik optreden. Ik beweer niet dat vrouwen het per definitie anders zouden doen – maar een evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen op de belangrijke posities zou de zaken vast en zeker gunstig beïnvloeden.’
 
De profielschets, door Joke J. Hermsen, uitg. de Arbeiderspers, 287 blz., € 17,95