Tracey Emin (1963) wordt vaak de ‘bad girl of British art’ genoemd, vanwege haar openheid over heftige onderwerpen als alcoholisme, abortus en verkrachting. My Bed (1998) werd ondanks veel kritiek over de kwaliteit van het werk genomineerd voor de Turner Prize.
My Bed, Tracey Emin
Het controversiële My Bed van Tracey Emin laat zien hoe haar bed eruitzag toen ze in een depressie zat na een verloren liefde: er liggen condooms, lege wodkaflessen en ondergoed met menstruatievlekken op de grond. In een interview zei ze dat ze het idee voor dit werk kreeg toen ze even uit bed was geweest, weer terugkwam, haar bed en alles daaromheen zag en dacht: ‘christ, I made that’. Ben Blumson, als filosoof verbonden aan de Universiteit van Singapore, vertelt waarom dit werk een must see is.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Had Marcel Duchamp niet al laten zien dat een gewoon object een kunstwerk kan zijn?
‘Duchamp plaatste een urinoir in een museum. Emin een bed. In die zin zou je dit kunstwerk inderdaad kunnen onderbrengen in de categorie readymade, waarbij kunstobjecten niet worden gemaakt door de handen van de kunstenaar, maar worden geselecteerd uit de gewone wereld.
In Emins geval is het echter meer: Emin heeft het werk gemaakt én geselecteerd als kunstwerk. Zoals ze zelf zei: “Ik hoop dat nu, vijftien jaar later, dat mensen het kunstwerk eindelijk zullen zien als een portret van een jonge vrouw en van hoe tijd effect heeft op ons allemaal.”
Het werk is autobiografisch en onderzoekt het intieme onderwerp van depressie. Ik zou dus zeggen dat het een readymade expression is. Het is een alledaags object dat ook uitdrukking geeft aan het gevoel van de kunstenaar.’
‘Iemand als Van Gogh verborg zijn depressie in zijn werk. Er bestaat geen zelfportret waarop zijn afgesneden oor te zien is. Een kunstenaar als Edvard Munch toont zijn geestelijke worsteling wel, met name in het werk De Schreeuw. Zijn innerlijke wereld is af te lezen aan de gezichtsuitdrukking daarop. Maar het kunstwerk toont niet hoe die innerlijke strijd tot uitdrukking komt in zijn alledaagse leven. Emin gaat een stap verder door haar alledaagse uitzicht te laten zien. Het gewone van een bed met spullen die we allemaal herkennen maakt de depressie tastbaar. We kijken door haar ogen naar het bed, en voelen: dit zou ook mijn leven kunnen zijn.’
Is dit een feministisch werk?
‘In de tijd dat dit portret voor het eerst werd getoond, was het choquerend voor velen. Ze gaat in tegen het beeld van de beleefde, bescheiden Engelse vrouw. Je zou kunnen zeggen dat ze, door een heel intieme inkijk in haar leven te bieden, de vrouwelijke ervaring op een provocatieve manier tot kunst verheft. Haar werk wordt zeker als feministisch geadopteerd door feministen.
Maar Emin zelf zegt dat ze weliswaar een feminist is, maar geen feministische kunstenares. In haar werk wil ze vooral zichzelf uitdrukken, los van een bepaald idealisme. Maar in haar dagelijks leven maakt ze zich wel degelijk druk om de positie van vrouwen, ook binnen de kunst. Om een voorbeeld te noemen: op de vraag of de samenleving vrouwelijke kunstenaars voldoende waardeert, zegt ze: “Nee. Natuurlijk niet. Maar het verandert gestaag. We hebben waarschijnlijk nog zo’n 200 jaar nodig.”’