Home ‘Iedereen wordt acteur en speelt mee’

‘Iedereen wordt acteur en speelt mee’

Door Marianne van Dijk op 25 oktober 2016

‘Iedereen wordt acteur en speelt mee’
Cover van 11-2016
11-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Omdat de performers gemaskerd zijn, kan iedereen zich in hen verplaatsen.’ Ajume Wingo vertelt hoe je Afrikaanse maskers beter kunt begrijpen.

 ‘Een van de bijzondere dingen van mijn koninkrijk is dat het gesticht is door een vrouw’, aldus filosoof Ajume Wingo. Volgens de overlevering trokken, zo rond het jaar 1400, Ngonso en haar twee broers naar wat nu het noordwesten van Kameroen is. Daar stichtten ze alle drie hun eigen koninkrijk. Het rijk van Ngonso – genaamd Nso – bestaat nog steeds; de Nso-bevolking telt meer dan 130.000 mensen. De nog jonge Kameroense overheid heeft er weinig in de melk te brokkelen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Als lid van de koninklijke familie groeide Wingo op in het paleis van Kumbo, de hoofdstad van Nso. Tegenwoordig is hij als onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Colorado in de Verenigde Staten. Maar hij blijft gefascineerd door de eigengereide kunstopvattingen in het land van zijn geboorte.

Hoe kijken mensen in Nso tegen kunst aan?
‘Wij hebben geen woord voor kunst of kunstenaar. Wij noemen kunst gewoon “dingen” en een kunstenaar “iemand die dingen maakt”. Ik moest dan ook erg lachen toen ik voor het eerst las dat sommige kunstfilosofen “het einde van de kunst” verkondigen. Zodra je kunst in een hokje stopt – die institutionaliseert, reguleert en de resultaten in een museum opbergt – zit er natuurlijk een begin en een eind aan. Maar dat geeft ook meteen de beperktheid van dat idee aan. Zolang er mensen zijn die dingen maken en gemaakte dingen waarderen, die niet vinden dat een schilderij met appels is mislukt als je ze niet kunt opeten, zal er kunst bestaan.

In het verlengde hiervan ligt dat de Nso-cultuur kunst liever niet isoleert van de context waarin die wordt gebruikt. Het beste voorbeeld hiervan zijn de houten maskers die wij maken. Die maskers zijn vaak heel sprekend, zeker als ze fraai gesneden zijn en een knappe gelijkenis vertonen met een dier of mens. Maar hoewel er in Kumbo wel een klein museum is waar toeristen maskers kunnen bekijken, gaan ze pas leven als ze gebruikt worden tijdens een van de vele maskerades die door het jaar heen gehouden worden.’

Wat moet ik me bij zo’n maskerade voorstellen?
‘Het is openluchttheater pur sang. Er zijn meer dan dertig verschillende soorten maskerades, die worden opgevoerd voor allerlei gelegenheden. Denk aan sterfgevallen, huwelijken, verbanningen, initiaties van jongelui. Ze onderscheiden zich door gebruik van speciale maskers, verhalen, muziek en choreografie. Maar bij alle maskerades is er sprake van een optocht door de stad waarbij de hele bevolking op sleeptouw wordt genomen.

De functie van al die maskerades is te wijzen op belangrijke gemeenschappelijke waarden. Hoe moet je je tot je voorouders verhouden, hoe hoort een volwassene zich te gedragen, wat is het goede leven? Het meest pregnant, vanuit een westers perspectief, komt dat naar voren in de zogenoemde doodsvieringen. In plaats van dat er een stemmige uitvaart wordt gehouden, wordt een sterfgeval in Nso aangegrepen om met z’n allen uit te dragen wat het is om een vitaal en compleet leven te leiden. De performers jutten de toeschouwers zo op dat het doorgaans eindigt in een joelende en dansende menigte. 

Maskerades bieden het kader waarin de vraag naar het goede leven gesteld wordt. In die zin is kijken naar een Afrikaans masker in een museum alsof je naar een lege lijst kijkt.’

Als maskerades zo belangrijk zijn, lijken ze me toch meer dan enkel omlijstend. 
‘Hoewel zulke rituelen de sociale normen en waarden proberen te schragen, zijn ze er zelf natuurlijk ook onderdeel van. De frequente uitvoeringen dragen heel veel bij aan het gevoel van sociale cohesie en gedeelde identiteit. Iedereen komt kijken en bijna niemand is passief toeschouwer. Al was het alleen maar omdat het masker vaak boven op het hoofd wordt gedragen en je dus veel moeite moet doen om het goed te kunnen zien. Maar dat de performers gemaskerd zijn, betekent ook dat iedereen zich in hen kan verplaatsen. Iedereen wordt zo acteur en speelt mee.’