Wat is de strekking van het zelfbeschikkingsrecht? En wat is precies ondraaglijk en uitzichtloos lijden? Volgens ethicus Govert den Hartogh zijn dat filosofisch gezien de twee meest interessante punten van het initiatiefwetsvoorstel waarmee de groep Uit Vrije Wil wil regelen dat ouderen die hun leven voltooid achten stervenshulp krijgen.
Den Hartogh: ‘Neem alleen al de naam van de groep: Uit Vrije Wil. Zo stellen de initiatiefnemers ook in elk media-optreden dat hun uitgangpunt het zelfbeschikkingsrecht is. De vrije mens staat centraal. Maar wat is vrijheid? Er is een verschil tussen iemand beletten iets te doen en niet voldoen aan een verzoek om iets te doen. Een hoogbejaarde de mogelijkheid ontnemen zelf een eind te maken aan zijn leven, is paternalistisch. Anderen niet zonder meer toestaan hem daarbij te helpen is alleen indirect paternalistisch, en mijn stelling is dat dat het zelfbeschikkingsrecht niet aantast. Je kunt nog steeds beschikken over jezelf, alleen niet over anderen.’
Wat houdt het zelfbeschikkingsrecht nog in voor een hoogbejaarde die zijn leven wil beëindigen, als niemand hem daarbij mag helpen? Wat heb je aan een recht als je dat niet kunt effectueren?
‘Om te beginnen zijn er omstandigheden waarin de huidige Euthanasiewet dokters toestaat wel te helpen: als er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden dat voortkomt uit een ziekte of aandoening. Nu vinden veel artsen dat daarvan geen sprake is is als hoogbejaarden om hulp vragen bij het beëindigen van hun leven. Ik zie wel dat dit op het ogenblik een reëel probleem is. Maar dat probleem zit niet in de wet maar in de interpretatie die artsen daaraan geven. Ouderdomskwalen zijn ook kwalen. En in het merendeel van de gevallen is het lijden van een hoogbejaarde die niet meer wil leven volstrekt vergelijkbaar met, of misschien nog wel erger dan, dat van een stervende kankerpatiënt. Dat komt met name doordat het zo uitzichtloos is: de hoogbejaarde weet niet wanneer zijn leven ophoudt.’
Maar u geeft zelf al het probleem aan: niet alle artsen interpreteren ondraaglijk en uitzichtloos lijden zo.
‘Dat klopt, maar wellicht verandert dit. Recentelijk heeft de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) deze interpretatie van de wet namelijk ook onderschreven. Overigens is dat de verdienste van Uit Vrije Wil: dat heeft gezorgd voor aandacht voor deze kwestie, waardoor de KNMG zich weer over de Euthanasiewet heeft gebogen. Haar nieuwe standpunt was er niet geweest zonder dit initiatief. Ook bij een juiste uitleg van de wet zullen artsen overigens niet op alle verzoeken ingaan, want er zal soms twijfel zijn aan de ondraaglijkheid van het lijden. Maar ook dan staat een hoogbejaarde niet met lege handen, want hij heeft de pil van Drion eigenlijk al in huis. Het hoogbejaarde lichaam is van zichzelf namelijk al zo verzwakt dat stoppen met eten en drinken een begaanbare weg is. Ik moet daar wel bij aantekenen dat je dat goed moet voorbereiden – dat kan ook want alle benodigde informatie is openbaar beschikbaar. Bij voorkeur vind je een arts bereid een oogje in het zeil te houden. Zo kun je door het wegzakken van je bewustzijn in een delirium komen, een heel onaangename geestestoestand. Dan moet de arts bereid zijn om je te sederen. Daarom vind ik het ook belangrijk dat de KNMG het standpunt heeft ingenomen dat artsen die hulp moeten verlenen.’
Maar zullen artsen dat ook daadwerkelijk doen?
‘Niet allemaal. Er moet dan ook een voorziening zijn waarnaar mensen kunnen uitwijken als hun arts weigert mee te werken. De KNMG denkt nu na over hoe dat moet.’
U uit uw kritiek op het initiatiefwetsvoorstel op een opmerkelijke plaats: in een op initiatief van Uit Vrije Wil uitgegeven bundel.
‘Ja, het heeft me verbaasd dat het burgerinitiatief Voltooid Leven mij om een bijdrage heeft gevraagd, in eerste instantie om een inleiding. Kort daarvoor had ik namelijk een stukje geschreven in Medisch Contact waarin ik stelde dat voltooid leven volledig binnen de Euthanasiewet viel en er mede daarom geen behoefte was aan een nieuwe wet. Maar ik vind dat ook wel weer sterk, om een criticus aan het woord te laten.’
Het lijkt alsof ook de samenstellers verrast zijn door uw bijdrage en die nu presenteren als een voorbeeld van het onbegrip waar zij tegen strijden. In hun voorwoord schrijven zij, na een weergave van uw standpunt: ‘Uit Vrije Wil wil dat niet alleen hogeropgeleide, nog wilskrachtige en zelfstandig opererende ouderen hun zelfgewilde dood kunnen verwezenlijken. Een zelfgewilde levensbeëindiging behoort binnen het bereik te liggen van iedere oudere – uit alle lagen van de bevolking –, ook als men daarbij aangewezen is op stervenshulp.’
‘Dat is een vreemde opvatting van het zelfbeschikkingsrecht: dat het ook nog makkelijk moet zijn om je wil uit te voeren. Ik vind het juist wel goed dat wilskracht nodig is, zo kan blijken dat het je ernst is, beter dan in een gesprek met een hulpverlener. En ik denk dat ook laagopgeleide mensen inmiddels wel eens gehoord hebben dat zij door te stoppen met eten en drinken zelf een eind kunnen maken aan hun leven.’
Het kan ook dat zij anders dan veel hogeropgeleiden de overtuigingskracht missen om artsen daaraan mee te laten werken.
‘Dat hangt sterk af van het standpunt dat de KNMG uiteindelijk zal innemen. Ik houd in mijn artikel een slag om de arm. Ik schrijf dat ik hoop en ook wel verwacht dat we naar een situatie toegroeien waarin mensen tegen hun arts zeggen: “Ik zou eigenlijk willen uitstappen.” Die arts geeft dan voorlichting of verwijst door.’
Hoe verwacht u dat het verder gaat met het initiatiefwetsvoorstel?
‘Gezien de kabinetsverhoudingen maakt het geen kans. Het CDA zal er volstrekt niet aan mee willen doen.’
Maarten Meester
Uit Vrije Wil, Jit Peters, Eugène Sutorius e.a., uitgeverij Boom, € 12,50
Voor meer info: www.uitvrijewil.nu en www.eenwaardiglevenseinde.nl