Sanne van Driel (30) is filosoof en auteur van De strijd van het kleine meisje. Een filosofie van anorexia.
‘Anorexia is iets voor meisjes die niets beters te doen hebben dan zich met diëten bezig te houden – dat was het oordeel dat ik had. Maar zo’n meisje was ik toch niet? Er moest méér te vertellen zijn. Ik zocht een manier om mijzelf te begrijpen.’
‘Het essay “How do you make yourself a Body without Organs” van Deleuze en Guattari bracht mij terug naar die tijd toen ik tien, elf jaar was en weigerde te eten. Het “Lichaam zonder Organen”: dat is de limiettoestand waar je naartoe beweegt met praktijken zoals drugsverslaving, alcoholisme en masochisme. Wij noemen die zelfdestructief, maar het zijn ook manieren om het leven draaglijk te maken. En vooral: ze helpen je om een orde die je wordt opgelegd af te weren. Ik herkende daarin veel van toen ik anorexia had. Anorexia was ook zo’n moment van NEE zeggen, een moment van weerstand. Weerstand tegen het gewoon maar doen wat er van je verwacht werd, tegen het onophoudelijk consumeren en het zo efficiënt en productief mogelijk moeten zijn, tegen het neoliberale en calvinistische van de Nederlandse samenleving.’
‘Het raakte me hoe open en liefdevol Deleuze en Guattari schrijven over dat moment van weerstand – en van gekte – zónder het te veroordelen. Ook al valt het met gezond verstand niet te begrijpen. En ze geven veel waarschuwingen zonder te moraliseren. Er is niets gevaarlijker dan het bereiken van het Lichaam zonder Organen – dan ben je dood. Daarom is het nodig te blijven zoeken naar andere manieren van verzet tegen dat hokjesdenken die niet ten koste gaan van jezelf. De aantrekkingskracht van filosofie is misschien wel vergelijkbaar met wat ik zocht in anorexia: een manier om aan het geïnstitutionaliseerde leven te ontsnappen.’