Binnen de cognitiewetenschappen lijkt begrip vaak een kwestie van hersenwerk: je in je hoofd terugtrekken en berekeningen uitvoeren.
Experiment: echolalie (kopieergedrag) bij mensen met autisme is niet per definitie ‘nietszeggend’. De herhalingen van woorden en zinnen kunnen betekenisvol zijn.
Cognitiefilosoof Hanne De Jaegher: ‘In deze recente experimenten analyseert psycholoog en taalwetenschapper Laura Sterponi de interacties tussen een jongetje met autisme en zijn ouders. De jongen herhaalt regelmatig letterlijk woorden en zinnen. Zulk repeterend taalgebruik werd vaak gezien als een simpele herhaling zonder betekenis. Dit onderzoek laat zien dat die herhalingen wel degelijk communicatieve waarde kunnen hebben.
Illustratie: Bas van der Schot
Door te filmen in huiselijke situaties en de context erbij te betrekken worden de sociale vermogens van deze jongen inzichtelijk. Het is precies dit soort interactie en context die ik mis in de traditionele theorieën binnen de cognitiewetenschappen. In een klassiek experiment krijgt een proefpersoon bijvoorbeeld een stripverhaal te lezen, met de opdracht te interpreteren wat een bepaald personage denkt. Maar dan vertrek je vanuit een erg individualistisch en intellectualistisch idee van sociale cognitie. Alsof je in sociale situaties alleen moet proberen in andermans hoofd te kijken om een ander te begrijpen. Bij deze jongen zie je dat de herhalingen toch betekenis kunnen hebben: zijn intonatie, zijn manier van kijken en de reactie van zijn moeder nodigen uit tot spelen met taal, en verbinding. Welke theorie over menselijke cognitie je hanteert, bepaalt ook wat je kunt zien. Zo’n theorie is als een lens: als we die lens kunnen veranderen – met meer aandacht voor de interactie, de personen zelf en de verbinding tussen mensen – kunnen we meer vormen van anders-denken zichtbaar maken. Zo zullen we elkaar beter leren begrijpen.’