Experiment: vrouwelijke wapitiherten leren in hun leven jagers te vermijden, en passen hun gedrag aan op verschillende jachttechnieken.
Illustratie: Bas van der Schot
Vrouwtjesherten van tien jaar zijn jagers te slim af. Een overwinning voor de dieren? Of een ouderwets beeld van de mens-dierverhouding?
‘Dit experiment heeft een soort tekenfilmkwaliteit. De dieren zijn geen willoze slachtoffers, maar oefenen zelf agency uit’, zegt filosoof en schrijver Eva Meijer. ‘Interessant is dat dit onderzoek laat zien dat dieren in het wild helemaal niet zo vrij zijn, en dat de levens van herten en mensen volkomen met elkaar verweven zijn. Die herten worden geboren in een situatie waarin ze bejaagd worden en leren tijdens hun leven zich steeds meer op de mensen in te stellen. Daarin zie je het proces van disciplinering van Foucault terug. Ze zijn nog steeds gebonden aan menselijke overheersing, het ziet er alleen anders uit.
Zo’n onderzoek bevestigt het discours dat het normaal is dat mensen op herten jagen. Er ligt een ouderwets beeld van de mens-dierverhouding aan ten grondslag, een denksysteem met de mens als middelpunt. Ik zie die herten als een groep wezens die hun eigen gemeenschap vormen, en met wie wij in een bepaalde relatie staan. Herten zijn net als mensen wezens met hun eigen belangen; ook voor hen bestaat er zoiets als het goede leven. Hoe beïnvloedt bijvoorbeeld de jacht hun sociale relaties en hun verdere levensloop? Als we stoppen met ze te bejagen, is het gedrag dat ze zichzelf nu aangeleerd hebben niet meer nodig. Ze zullen minder voorzichtig worden. Vormen we dan hechtere relaties met ze? Wat willen de herten eigenlijk van óns? Die herten zijn dieren die zelf een bepaald perspectief op die situatie hebben.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees