De neurowetenschap ziet de hersenen als een soort computer. Kan een neurowetenschapper dan een simpele spelcomputer begrijpen?
Illustratie: Bas van der Schot
Experiment
Onderzoekers pasten de analysemethodes uit de neurowetenschap toe op een spelcomputer, een veel eenvoudiger informatieverwerkingssysteem dan de hersenen.
‘Het probleem is een gebrek aan data – dat is de gangbare overtuiging binnen de neurowetenschap’, vertelt filosoof Jesse Mulder van de Universiteit Utrecht. ‘De neurowetenschappers menen dat ze met hun huidige analysemethoden echt kunnen achterhalen hoe de informatieverwerking in de hersenen verloopt, als ze maar betere scans en meer data zouden hebben.
In dit experiment zijn onderzoekers gaan testen wat het oplevert als je die analysemethoden toepast op een eenvoudige spelcomputer. Daarvan weten we namelijk exact hoe die werkt. Kun je die kennis reconstrueren met technieken uit de neurowetenschap?
Zo onderwierpen de onderzoekers de spelcomputer tijdens een spelletje Donkey Kong aan equivalenten van een EEG en MRI-scan en verzamelden zo een enorme hoeveelheid data. Als je die analyseert, kom je tot bevindingen als: “Deze transistor is bijzonder actief als de aap Donkey Kong dat en dat doet.” Maar zo’n patroon levert geen werkelijk begrip op van de werking van een spelcomputer. Al die patronen in die data zijn vaak niet meer dan ruis. Dat is ook het geval bij hersenonderzoek: je vindt wel interessante correlaties, maar je hebt geen idee wat die te betekenen hebben. Dat is een fundamenteler probleem dan een tekort aan data.
Dit experiment laat zien dat het huidige hersenonderzoek ons niet zomaar gaat helpen onszelf te begrijpen. Het suggereert dat we het hele idee van een mechanistische verklaring voor de mens misschien wel moeten loslaten.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees