Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?
Wat kan ik weten?
‘We weten minder over de menselijke evolutie dan we onszelf wijsmaken. De kans dat een menselijk botje ergens in het zand bewaard is gebleven en honderdduizend of misschien wel een miljoen jaar later wordt teruggevonden is ongelooflijk klein en sterk afhankelijk van geologische omstandigheden. In grote delen van de wereld zijn de omstandigheden daar simpelweg niet geschikt voor. We hebben dus maar weinig fossielen en er zitten grote gaten tussen, zowel in de tijd als in geografie. Geen wonder dat er nogal wat onenigheid is tussen paleo-antropologen over de grote vraag wie onze voorouders waren.
We denken dat de menselijke evolutie vooral in Oost-Afrika heeft plaatsgevonden, want daar hebben we de meeste fossielen gevonden. Ik denk dat Zuidoost-Azië net zo belangrijk is geweest. Dat gebied ligt nu grotendeels onder de zee, maar vroeger kon je van het vaste land van Azië naar Sumatra, Borneo en Java lopen. Dat grote verdronken land noemen we Soendaland. Ik heb daar op de zeebodem opgravingen gedaan waarbij ik schedelfragmenten van de Homo erectus vond. Dat zet onze ideeën over het ontstaan van de mens in een nieuw daglicht.’
Harold Berghuis (1969) is geoloog en archeoloog aan de Universiteit Leiden. Onlangs vond hij schedelfragmenten van Homo erectus op de zeebodem in Indonesië, waar hij vier invloedrijke wetenschappelijke artikelen over publiceerde.
Wat moet ik doen?
‘We mogen wel wat meer bescheidenheid opbrengen. We zien onszelf graag als de intelligentste wezens dankzij ons zelfbewustzijn en onze taal. Maar andere dieren communiceren ook op een complexe manier. En er zijn dieren waarvan we weten dat ze een vorm van zelfbewustzijn hebben: chimpansees, dolfijnen, octopussen. We denken vaak dat de mens de kroon op de evolutie is en dat er een onvermijdelijk pad naar Homo sapiens leidt, maar het leven op aarde heeft het honderden miljoenen jaren prima zonder ons gekund.’
‘Het leven op aarde heeft miljoenen jaren prima zonder ons gekund’
Wat mag ik hopen?
‘We mogen hopen dat we door onderzoek naar de menselijke evolutie onszelf beter gaan begrijpen. Ons zelfbewustzijn, onze taal en ons denken zijn allemaal voortgekomen uit het proces van natuurlijke selectie. Denken staat niet los van het lichaam, zoals Descartes dacht; het is een biologisch zijnde en dus een product van onze evolutie.’
Wat is de mens?
‘De mens is minder uniek dan we denken. 150 duizend jaar geleden werd de aarde bevolkt door misschien wel zes of zeven mensensoorten. Daar is slechts één van overgebleven. Wij hebben ons over de wereld verspreid en de andere soorten verdrongen. We denken vaak dat dat komt doordat we de slimsten zijn, maar ik vrees dat het niet altijd even leuk is gegaan. Kijk naar hoe we tegenwoordig omgaan met kleine verschillen binnen onze eigen soort. Misschien is het antwoord op de vraag waarom we vandaag de dag de enige soort binnen het geslacht Homo zijn, wel gewoon dat we de gewelddadigste zijn.’
