Ik woonde een lezing bij van Andrew Keen, auteur van een boek waarin hij waarschuwt voor de macht van Silicon Valley. Keen, die zich vanwege zijn slechtnieuwspraatjes graag chief unhappiness officer laat noemen, nam plaats achter de katheder en begon aan een tirade tegen de digitale samenleving.
Radicale kritiek trekt als intellectuele pose meestal gemakkelijker de aandacht dan echt nieuwe ideeën. Denk bijvoorbeeld aan het onaardige jurylid in tv-spelletjes: van Anouk tot Maarten van Rossem – altijd goed voor de kijkcijfers. Toch zei Keen iets dat me de rest van de week bijbleef. Hij stelde dat niet Marx, maar Max Weber het belangrijkste boek over kapitaal had geschreven: Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus (1904-1905). Weber legt, aldus Keen, in een notendop uit waarom we tegelijkertijd geobsedeerd zijn geraakt door werken en spiritueel bankroet zijn gegaan. We werken zo hard dankzij onze protestantse ethiek, die een soepel huwelijk aangaat met het kapitalisme. En omdat we zo hard werken, hoeven we niet na te denken over de grote crisis wat het betekent om mens te zijn. We duwen onze ‘existentiële rouw’ voortdurend weg. Webers hypothese over het verband tussen protestantse ethiek en het kapitalisme is intussen door velen bekritiseerd. Maar zijn tweede punt, over het wegdrukken van existentiële rouw, is actueler dan ooit.
De menselijke crisis dringt zich nu overal op. De eerste reactie is wijzen naar anderen. We vinden allemaal dat anderen goed, vrijgevig en menselijk moeten zijn, maar onszelf lukt dat nauwelijks. Intussen leven we in de digitale illusie dat we creatief zijn. We denken allemaal dat we met de nieuwe digitale middelen filmmakers en schrijvers zijn geworden. Dat zijn we niet, stelt Keen. We lopen aan de leiband van grote techbedrijven en nostalgische politici. Kijkend naar mijn jonge dochter, die TikTokkend door de wereld gaat, zie ik meteen wat Keen bedoelt: ze is als een gevangene geketend aan TikTok, dat de bewegende selfie met opgeprikte retrobrilletjes en konijnenoren tot het hoogtepunt van creativiteit heeft verheven. Gelukkig bleek er in Keen de mopperkont toch nog een wereldverbeteraar met oplossingen te schuilen. Goed onderwijs kan de toekomst fixen, als we daarin agency, echte creativiteit, menselijke relaties en zelf nadenken tot kernwaarden maken. Dat onderwijs werpt een kritisch licht op onze relatie met technologie. De klimaatdreiging is reëel, niet digitaal, en de opwarming van de aarde krijg je niet weggeTikTokt. Ik hoorde er een warm pleidooi voor filosofie als verplicht vak op alle scholen in. En dan liefst zo dat het vak ruim baan geeft aan dat wat voorafgaat aan rouw: existentiële zin.
Dit artikel is exclusief voor abonnees