De Europese gemeenschap wil een einde maken aan de verspreiding van nepnieuws en andere boodschappen die het gezonde verstand van de burgers ondermijnen. Dit past bij allerlei andere geluiden die je hoort in de media. Zichzelf fatsoenlijk noemende kranten als NRC Handelsblad en de Volkskrant willen het volk weer eerlijk informeren en de feiten brengen, zodat hun lezers weten wat fictie is en wat niet.
Ik hoorde op de radio twee journalisten zeggen dat we afscheid moeten nemen van de nuance. Journalistiek moet aangeven wat waar en onwaar is. Ze haastten zich erbij te verklaren dat dit weliswaar niet helemaal paste bij de professionele mores van de beroepsgroep, maar oog in oog met het grote gevaar van nepnieuws moeten we de zorgen over complexiteit en onzekerheid even terzijde schuiven. Het lijkt er op alsof de journalisten van onze kwaliteitskranten René Descartes weer hebben omarmd: de wereld moet helder en onderscheiden voor het voetlicht worden gebracht. Een veldtocht tegen verwarring en vertroebeling – lees: desinformatie – is aangezegd.
Enger dan desinformatie is de nieuwe waarheidselite
Eurocommissaris Vera Jourova presenteerde op 3 december jongstleden een zogenoemd Actieplan voor Democratie, dat onder meer als doel heeft ‘het pluriforme medialandschap’ in Europa te verstevigen en ‘de mediawijsheid van de burgers’ te verbeteren. Als de algehele informatiechaos die het gevolg is van het trumpisme, trollenfabrieken en technologiegiganten iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat ‘de democratie’, aldus Jourova, ‘geen vanzelfsprekendheid is’. Ze werd alom toegejuicht, met name door de liberalen. Ooit waren deze mensen nog voor de meerstemmigheid die kenmerkend is voor de democratie en maakten ze zich niet zoveel zorgen over allerlei gekkies die het niet met hen eens zijn. Maar in tijden van crisis zijn ze bang geworden. Nu zijn liberalen mensen die denken dat iedereen die het niet met hen eens is verward en vertroebeld is.
Jourova voelde natuurlijk wel nattigheid. Ze wilde er nadrukkelijk voor waken dat er ‘een ministerie van de waarheid’ komt. Niettemin verdenk ik haar ervan zoiets als een patent op de waarheid te willen. Er tekent zich iets af dat ik nog veel enger vind dan alle desinformatie: een soort nieuwe waarheidselite die als absolute getuige instaat voor heldere en onderscheiden informatie, ook als dergelijke informatie er niet is. Ik hoop dat mensen zelf mogen bepalen in welke werkelijkheid ze leven en wat ze geloofwaardig vinden. De verlichtingsfilosoof Hermann Samuel Reimarus (1694-1768) schreef vlak voordat hij stierf: ‘Geloofwaardig is een getuigenis wanneer deze het door de waarheid ervan waard is op de plaats van onze eigen ervaring te worden gezet.’ In een democratie mogen we mensen die ervaring niet afnemen.