Home Geheime invloeden op de democratie
Politiek

Geheime invloeden op de democratie

Door Claudia de Bekker op 05 februari 2013

07-2002 Filosofie magazine Lees het magazine

“Oorlogen en conflicten zijn van alle tijden en volkeren.” In tegenstelling tot de commentatoren die de twintigste eeuw omschrijven als “de meest bloedige en meest geweldadige eeuw uit de wereldgeschiedenis”, meent Mark Heirman dat de vele oorlogen van de vorige eeuw nauwelijks afwijken van het ‘het algemeen menselijk patroon’. Als er een ommekeer in de wereldgeschiedenis heeft plaatsgevonden in de afgelopen eeuw dan heeft deze niets te maken met de veelgenoemde bloederigheid, maar wel met de rasse opkomst van de democratie. Zo redeneert Heirman eigenzinnig naar het onderwerp van zijn recente boek De Loge en het Opus Dei. Een geschiedenis van de democratie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoewel de democratische staatsvorm pas in de twintigste eeuw zo revolutionair is uitgegroeid tot ‘het meest dominante politiek regime op wereldschaal’, zijn de wortels van de democratische waarden al meer dan tweeduizend jaar oud. Heirman, filosoof en publicist op het gebied van internationale politiek, kan daarom niet anders dan zijn intellectuele geschiedenis van de democratie te laten beginnen bij de Griekse en Romeinse oudheid. Vandaar wordt de lezer in twaalf hoofdstukken gevoerd langs de christelijke en humanistische traditie, de Reformatie en de Verlichting, de Britse, Amerikaanse en Franse revoluties en ten slotte de twee Wereldoorlogen van de twintigste eeuw.

Opmerkelijk aan Heirmans historische analyse is de aandacht die hij schenkt aan de opkomst van de vrijmetselaarsloges die tegelijk plaatsvond met de eerste doorbraak van de democratie in de zeventiende en achttiende eeuw. Deze vrijheid-en-gelijkheidsbroederschappen groeiden in die tijd in de Engelse en Amerikaanse wereld zo spectaculair dat het volgens Heirman “geen toeval kan zijn dat met name de Verenigde Staten en Groot-Britannie een zo belangrijke rol speelden in het ontwerp en de vestiging van de politieke democratie.” Ook in de twintigste eeuw zouden vrijmetselaars een cruciale rol hebben gespeeld voor de zegetocht van de democratie. Want, schrijft Heirman, ook Churchill en Roosevelt – de meest recente redders van de democratie – waren vrijmetselaars. Gek genoeg bestaat de grootste vijand van de democratie ook uit een wat mysterieus genootschap: het Opus Dei. Met deze geheimzinnige vriendenclub van de paus probeert de katholieke kerk,  zo schrijft Heirman, de democratie al lange tijd op afstand te houden.

Hoewel Heirman heeft geprobeerd om niet alleen een historisch overzicht te geven van democratische stromingen en denkers, blijft zijn poging, om de invloed te doorgronden die geheime genootschappen op de democratie hebben, toch behoorlijk vruchteloos. In tegenstelling tot wat de titel doet verwachten is De Loge en het Opus Dei niet veel meer dan een historisch overzicht.

De Loge en het Opus Dei. Een geschiedenis van de democratie, Mark Heirman, Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen, 2002, 239 blz., € 19,95