De Zweedse auteur Ann Heberlein schreef een biografie van Hannah Arendt. Die leest vlot, maar doet Arendt geen recht.
Hannah Arendt (1906–1975) is een van de filosofen voor wie mijn bewondering blijft toenemen. Hoe meer ik van haar lees, hoe meer ik onder de indruk raak: wat een reikwijdte van denken, wat een scherpte en precisie. Dat er met enige regelmaat een nieuwe biografie van Arendt verschijnt, juich ik dan ook alleen maar toe. De jongste in dit genre is van de Zweedse auteur Ann Heberlein (1970).
Heberlein is in Zweden bekend als schrijver van boeken over ethiek en depressie, maar ook als iemand die zich fel uitspreekt tegen immigratie. Ze is lid van een centrum-rechtse partij die gekant is tegen het opnemen van vluchtelingen. Het komt enigszins merkwaardig over dat juist Heberlein ervoor kiest om het leven en denken van Hannah Arendt te portretteren, de filosoof die niet alleen zelf haar land moest ontvluchten, maar die ook indringend over stateloosheid heeft geschreven en het recht op rechten, dat ieder mens in elke situatie zou moeten beschermen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees