Ware religie is niet in de kerk te vinden, maar diep in jezelf, zei de Duitse theoloog en filosoof Friedrich Schleiermacher. Spirituelen, ietsisten en soloreligieuzen kunnen veel van hem leren – maar niet wat zij verwachten.
Religie mag dan terug zijn, zoals we tegenwoordig zo vaak horen, maar in welke vorm? Volgens het Kruispunt-onderzoek ‘God in Nederland’ blijft het kerkbezoek afnemen. Toch noemt nog altijd ruim zestig procent van de Nederlanders zichzelf gelovig. ‘Het religieuze landschap zal steeds onoverzichtelijker worden’, schrijft theoloog Leen den Besten aan het eind van Van animisme tot ietsisme. De enorme hoeveelheid materiaal die hij heeft verzameld in zijn overzicht van ruim vijfentwintig eeuwen westers denken over religie, benut hij om het hedendaagse religieuze leven te duiden. ‘Religieuze elementen van heel verschillende herkomst zullen zich vermengen. (…) Niet het dogma maar de beleving zal erin centraal staan.’
Komt daarmee het ideaal van de Duitse theoloog en filosoof Friedrich Schleiermacher (1768-1834) dichterbij? Hij werd vaak ‘de vader van de moderne theologie’ genoemd; hij zag de ware kerk als ‘een vloeiende massa zonder omtrekken’. Hij stelde al dat wie de ware religie wil leren kennen, in zichzelf moet zoeken; ‘de moeitevolle weg naar het binnenste van het menselijke wezen niet [moet] schuwen teneinde de grond van zijn doen en denken te vinden.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees