Home Doping in de liefde

Doping in de liefde

Door Roanne van Baren  op 26 november 2020

Doping in de liefde
Cover van 12-2020
12-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op depressieve gevoelens en ook ouders worden niet altijd gelukkiger van een scheiding. Maar bij elkaar blijven is soms moeilijk. Biedt een lovedrug uitkomst?

Beeld Shutterstock

Mijn ouders waren drie jaar samen toen ze mij kregen. Ze hielden het na mijn geboorte nog acht maanden vol en besloten toen uit elkaar te gaan. Als baby heb ik de precieze reden van deze breuk niet bewust ervaren, maar de breuk was desondanks pijnlijk en allesbepalend. Ik had ervoor getekend als al dat gedoe mij en mijn ouders bespaard was gebleven. Wat nou als dat mogelijk was geweest en mijn ouders een liefdes­medicijn hadden kunnen nemen waardoor ze wel met elkaar konden praten? Dat ze daarmee voorbij hun eigen barrières konden komen en elkaar konden begrijpen? Dan hadden we misschien samen nog lang en gelukkig geleefd.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dat verlangen hebben vast veel meer kinderen uit gebroken gezinnen. Per jaar beslissen de ouders van 86.000 minder­jarige kinderen om de relatie te beëindigen, blijkt uit onderzoek van TNO. In totaal stranden 91.000 huwelijken en samenwoonrelaties. En dat leidt bij kinderen tot een grotere kans op depressieve gevoelens, angst en agressief gedrag, blijkt uit onderzoek van Susan Branje en collega’s naar de gevolgen van scheidingen voor de ontwikkeling van kinderen. Dat komt doordat ouders er meestal financieel op achteruitgaan, conflicten met elkaar hebben en als alleenstaanden meer stress ervaren. Als kinderen afwisselend bij de ene en de andere ouder zijn, worden ze ook telkens uit een vertrouwde omgeving geplukt. ‘Er zijn vaak nieuwe ontwikkelingen, zoals samengestelde gezinnen. Kinderen kunnen dan het gevoel hebben er niet bij te horen. Zij krijgen geen stem, maar komen wel in uiteenlopende situaties terecht.’

Volgens Branje zouden we veel meer moeten doen aan de preventie van scheidingen. ‘Als we kijken naar wat het beste is voor een kind, is het in de meeste gevallen goed als ouders bij elkaar blijven. Mits zij goed met elkaar kunnen opschieten en niet voortdurend ruzie hebben.’ Ook voor ouders geldt dat scheiden niet per definitie leidt tot meer geluk. ‘Zijn we niet gelukkig, dan wijzen we snel naar onze relatie en denken dat een andere relatie ons wel gelukkig zal maken. Maar dat is vaak niet het geval.’ Niet alleen doordat een scheiding voor veel verdriet zorgt, zegt Susan Branje, maar ook doordat mensen zichzelf mee­nemen. ‘Dezelfde problemen komen in volgende relaties vaak terug.’

We worden niet gelukkig van onze genetische drijfveren

Houdbaarheidsdatum
‘Volgens sommige filosofen is een mogelijke oplossing voor al deze ellende een lovedrug,’ vertelt Lotte Spreeuwenberg. Spreeuwenberg doet aan de Universiteit Antwerpen ethisch onderzoek naar de mogelijke toepassingen van chemische hulpmiddelen in de liefde. Een lovedrug, is de redenatie, zou ervoor kunnen zorgen dat partners in een relatiecrisis zich weer verbonden met elkaar voelen en minder snel scheiden. Het is niet zomaar een gedachte-experiment, maar gaat terug op een onderzoek uit 2005 gepubliceerd in Nature, waarin werd beschreven hoe een oxytocine-neusspray om borstvoeding te stimuleren ook een stressverlagend effect kan hebben en kan zorgen voor vertrouwen, verbinding en genegenheid. En als we de middelen hebben die zorgen voor meer liefde en een toename in welzijn, waarom zouden we dan nog genoegen nemen met onze oorspronkelijke biologie?

Zeker als we aannemen dat biologische liefde een houdbaarheidsdatum heeft. In de loop der jaren vervaagt de liefde die partners voor elkaar voelen door onze biologische programmering. Volgens de Amerikaanse denkers Brian Earp en Juian Savulescu zijn onze genen namelijk maar op één ding uit, legt Spreeuwenberg uit: zo veel mogelijk kinderen krijgen met zo veel mogelijk mensen. Volgens hen is de mens daarom serieel monogaam: we worden verliefd, krijgen kinderen, blijven circa vier jaar bij elkaar om ze groot te brengen, zijn niet meer verliefd op elkaar en gaan op zoek naar een nieuwe kandidaat.

‘Zelfzuchtige genen’ noemde Richard Dawkins dat. Zijn theorie: genen werken per definitie niet in ons voordeel, maar zijn alleen bezig met hun eigen overleving. Wij worden niet gelukkig van onze genetische drijfveren, want wij willen wel met iemand blijven. Wat nou als we met een liefdes­medicijn de zelfzuchtigheid van onze genen te slim af zijn en het heft in eigen handen nemen? Dan zijn we vrij en kunnen we onze liefdesrelaties vormgeven zoals we zelf willen. Bijvoorbeeld door een neusspray met oxytocine in een therapeutische setting te gebruiken.

Maakbare liefde
Volgens liefdesfilosoof Jan Drost is dit te biologisch gedacht. Je suggereert objectiviteit door over genen te praten. Maar de theorie van ‘zelfzuchtige genen’ is gebaseerd op een interpretatie van wat genen zijn en doen. ‘Ze doen net alsof we een kapitein op ons schip hebben die niet het beste met ons voorheeft. En die we zouden kunnen tegengaan met een middeltje. Het is te simplistisch om de liefde te beschouwen als iets wat vanzelf en geheel natuurlijk op gang komt en wat je zou kunnen versterken met een middel. De liefde is veel meer,’ verzucht Drost. ‘Om te beginnen een manier van denken. Bovendien kunnen wij – met een beetje oefening – meestal wel het verschil zien tussen de lustopwekkende ander die voortplantingsdrang bij ons oproept en een mooi mens die we zien als liefdevolle ander.’ Mensen hebben ook nog zelfdenkend vermogen om een onderscheid te kunnen maken tussen voortplantingsdrift en liefde.

Een liefdesmiddel is als een antidepressivum voor relaties

Een liefdesmedicijn veronderstelt een nauw beeld van hoe liefde eruit zou moeten zien: een romantische liefdevolle monogame relatie, waarin twee mensen bij elkaar blijven tot de dood hen scheidt. Als die relatievorm hapert, is er een quick fix die onze relatie weer op de rails brengt.

Dit simplistische beeld van de liefde gaat volgens Drost voorbij aan de sociale functie die liefde ook heeft. ‘Dat alles leuk moet zijn, is een ongelukkig makend misverstand. Liefde mag niet meer tragisch zijn, zoals in de negentiende-eeuwse verhalen van Dostojevski en Tsjechov,’ zegt Drost. Als partners op problemen stuiten, wordt algauw gedacht dat het helemaal mis is. Terwijl het leven niet altijd over rozen gaat. Een liefdes-medicijn zou de kers op de taart zijn van een samenleving die moeilijkheden het liefst uit de weg gaat.

‘Wanneer iemand niet goed is in luisteren, dan zou diegene even een snufje op de wc kunnen nemen en is ‘ie opeens een fantastische geliefde. Maar dan hoeft diegene zelf niets meer te leren.’ Relatieproblemen kunnen een belangrijk teken zijn om dingen anders te gaan doen. Een liefdesmiddeltje zou die noodzaak aan het licht onttrekken. ‘Stel dat zo’n middel je kritiekloos maakt, terwijl er wel iets moet veranderen?’
Soms is het juist liefde om uit elkaar te gaan en liefdeloos om koste wat kost bij elkaar te blijven, stelt Drost. Als kind had hij het anders willen zien – ook Drost komt uit een gebroken gezin – maar nu niet meer. ‘Met de kennis van nu kan ik zeggen dat het goed is geweest. Nietzsche zei het al: “Waar je niet meer kunt liefhebben moet je weggaan.”’

Liefdesantidepressivum
‘Toch is het idee van een liefdespil niet heel gek als we, zoals Earp en Savulescu doen, die vergelijken met medicijnen als antidepressiva,’ zegt Spreeuwenberg. ‘We gebruiken anti­depressiva ook om toegang te krijgen tot bepaalde gevoelens en zien dat niet als iets slechts. Het doel van zulk medicijngebruik is dat je jouw leven kunt leiden, wat met een depressie of een serotoninetekort niet lukt. Wanneer iemand uit zichzelf geen oxytocine aanmaakt, zou een liefdesmedicijn op dezelfde manier kunnen helpen om liefde te voelen.’ Een neusspray met oxytocine kun je zien als antidepressivum voor relaties. In een therapeutische setting zou een koppel zo’n medicijn kunnen nemen om de obstakels weg te nemen waaronder de relatie lijdt. Dat zou dan een manier van werken aan zichzelf en de relatie zijn, wat de kans op een gelukkig samenzijn vergroot.

Maar heeft een liefdespil de werking van een liefdesdrank, dan is het sterk de vraag of we zo’n middel moeten willen, zegt Spreeuwenberg. Als het je dermate bedwelmt dat je in een illusie van liefde gaat leven, komen vragen over authenticiteit en autonomie naar boven. Want ben ‘ik’ dan nog de bron van ‘jouw’ liefde? Of is het alleen maar door het middel dat je liefde voor mij voelt? Wanneer iemand door een tijdelijk liefdesantidepressivum een steuntje in de rug krijgt om de liefde die verstopt zit tot bloei te laten komen, zou het een vorm van persoonlijke ontwikkeling kunnen zijn. Maar als iemand afhankelijk is van een liefdesmedicijn om liefde te kunnen voelen, kunnen we het dan nog wel als liefde zien?

Spreeuwenberg waarschuwt nog voor een ander, meer maatschappelijk effect dat het gebruik van liefdesmedi­cijnen zou kunnen hebben. ‘In een maatschappij die nog altijd van vrouwen een gevende of zorgende positie vraagt, kan een liefdesmedicijn dat zorgende gevoelens opwekt ook onderdrukkend werken. Dan heeft oxytocine niet alleen invloed op degene die het middel inneemt, maar werkt het ook rolbevestigend. Dat heeft ook gevolgen voor de positie van familieleden en de maatschappij als geheel.’

In plaats van de liefde te zien als een biologisch proces dat je met een lovedrug kunt opwekken, ziet Spreeuwenberg de liefde liever als een houding waarvoor we kunnen kiezen. Het doet denken aan de opvatting van Erich Fromm: het vermogen om lief te hebben komt niet vanzelf, je moet het cultiveren. Daar gaat energie, tijd en heel wat zelfreflectie in zitten.