Home ‘De zinnen van Lao Tse dreunen door mijn hoofd’
Niet-westerse filosofie

‘De zinnen van Lao Tse dreunen door mijn hoofd’

Door Carolien van Welij op 03 december 2019

‘De zinnen van Lao Tse dreunen door mijn hoofd’
Cover van 12-2019
12-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Job Koelewijn (57) is beeldend kunstenaar. Sinds 2006 werkt hij aan het Ongoing Reading Project.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Een knop indrukken en iets inspreken – die handelingen zijn het allermooist. Sinds 1 februari 2006 lees ik elke dag hardop voor. Opstaan, ontbijten, goed zitten, goed licht – het is topsport, ik moet superhelder zijn. Cassettebandjes hebben een duur van 47 minuten en 20 seconden – ik lees drie kwartier en maak de zin af. Al meer dan dertien jaar. Het lezen is onderdeel van mijn leven geworden.
Toen ik begon, was mijn vriendin net bij me weg; de kinderen zag ik een paar weken niet. Plotseling was ik alleen in dat huis en kwam de stilte. Ik ging oude vrienden bellen, naar het café, jointjes roken. Dat voelde kinderachtig. Ik had een cassetterecordertje liggen en sprak mezelf toe: 45 minuten lezen – dat moet toch kunnen?
Als kunstenaar ben ik altijd bezig met output. Met het Ongoing Reading Project besloot ik kapitein te worden van mijn eigen input. Ik lees van alles: de brieven van Van Gogh, Ulysses van James Joyce. En veel filosofen: Spinoza, Kant, Foucault, Irigaray, Wittgenstein, Sloterdijk, Lao Tse. Soms luister ik die bandjes terug hier in mijn atelier, of thuis voordat ik ga slapen.
De Tao Te Tjing van Lao Tse las ik al op de kunstacademie. Dat boek heeft mij zó beïnvloed. Die zinnen dreunen altijd door mijn hoofd. “Meebuigen is kracht”, “De grootste volheid is leegte”, “Handel zonder actie, werk zonder inspanning”. Ik krijg er geen genoeg van. Je moet het druppelsgewijs tot je nemen, je kunt niet even een cursus taoïsme doen.
“De taoïst neemt altijd kleine stapjes, daarom heeft hij nooit haast.” Elke dag een stap – dat is wat ik doe in dit project en in mijn kunstenaarschap. Uiteindelijk heb je tien kilometer gelopen. Op het moment dat je de routine niet als sleur, maar als verrijking begint te ervaren, zit je op het goede pad. Daar zit de diepte.’