‘Men vraagt wel eens aan atheïsten: wat lees je je kinderen nu eigenlijk voor ’s avonds? Je kunt moeilijk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens gaan voorlezen.’ Paul Cliteur sprak vier cd’s vol over humanisme, Herman Philipse doceert op acht cd’s over religie.
Hoe klinkt de stem van de rede begin eenentwintigste eeuw? Sonoor en gezaghebbend, vanuit de vaste overtuiging dat uiteindelijk de mensheid wel eens zal luisteren? Of juist schril en desperaat, gefrustreerd door alle onzin waar hij zich de afgelopen millennia tevergeefs tegen heeft moeten verdedigen? Twee series cd’s met hoorcolleges kunnen het antwoord geven. We horen daarop twee Nederlandse buiksprekers van de rede – zo mogen we Herman Philipse en Paul Cliteur toch wel noemen nadat ze de laatste jaren zo veelvuldig voor ‘Verlichtingsfundamentalist’ zijn uitgemaakt.
Dit artikel is exclusief voor abonnees