Home De meest geliefde passage van Bert Keizer

De meest geliefde passage van Bert Keizer

Door Bert Keizer op 20 december 2012

04-2002 Filosofie Magazine Lees het magazine

– Eigenbelang spreekt allerlei talen en speelt allerlei rollen, zelfs die van belangeloosheid.
– Het lijkt alsof eigenliefde het slachtoffer wordt van goedheid en zichzelf vergeet wanneer we ons inspannen voor anderen. Maar het gaat om een lening met zeer hoge rente onder het mom van een gift.
– Wat voor goeds men ons ook over onszelf vertelt, daar zit nooit nieuws bij.
– In de tegenslagen van onze beste vrienden vinden we altijd iets dat niet echt onprettig is.
– Deugden gaan op in eigenbelang zoals rivieren in de oceaan.
– De zon en de dood kun je niet recht in het gelaat kijken.
 
Uit: Maximen, Larochefoucauld

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Het leven van Francois Duc de Larochefoucauld (1613-1680) valt ruwweg uiteen in twee delen. In de eerste helft was hij politiek en amoureus voortdurend de hort op, in de tweede helft kwam hij in zijn aforismen tot een indrukwekkende terugblik.

In de periode 1648-1652 woedde in Frankrijk de Fronde. Dit was, onder andere, een laatste poging van de Franse adel, die allemaal koning wilden zijn in hun eigen domein, om de centrale Parijse regering te weerstaan. Tijdens deze schermutselingen werd er geplunderd, gemoord, gemind, geïntrigeerd, verraden, verzoend, gebrandschat, weer verraden, weer verzoend enzovoort in een wirwar van steeds wisselende allianties tussen de vele medespelers uit kringen rond het hof, edelen uit het land en invloedrijke burgers uit de grotere steden. De Drie Musketiers werden hier ergens geboren.

Larochefoucauld stortte zich met vuur in deze verwikkelingen die uiteindelijk resulteerden in een overwinning voor Lodewijk XIV die in 1654 op 15-jarige leeftijd gekroond werd en de regering in handen nam nadat hij een amnestie had afgekondigd voor de Frondeurs.

Larochefoucauld kwam zwaar gehavend uit deze strijd te voorschijn: hij verspeelde zijn kasteel, zijn geliefde, zijn vermogen en natuurlijk zijn vooruitzichten op een politieke carrière.

De Maximes of aforismen (in totaal zo’n 600, de eerste editie verscheen in 1663) die hij zou formuleren in de tweede helft van zijn leven zijn niet ontstaan uit een neiging tot stichtelijkheid (verbeter de wereld, begin met jezelf), maar zij zijn een poging van een man die veel geleefd en geleden heeft om iets te redden uit de voorbije chaos dat alle wrok en wroeging te boven gaat.

De aforismen zijn wel onthutsend, maar nooit bits of cynisch over de dingen die mensen elkaar, maar vooral ook zichzelf wijsmaken als ze het over hun doen en laten hebben. Hij beurt ieders hemd op en laat zien wat daar onder zit en, afhankelijk van uw karakter of uw avond, schiet u steeds in de lach of voelt u zich almaar onbehaaglijker.

Hij houdt onze gedragingen in het vuur, met als gevolg dat alle ethiek er uit weg trekt en de verrassende contouren zichtbaar worden van een hogere primaat met overdreven ideeën over zijn leven en streven. In liefde, politiek en vriendschap blijken we een uitermate fascinerende dependance van De Apenheul in Apeldoorn. Niet bepaald een visie die je zou verwachten in een tijdgenoot van Rembrandt. Naast Larochefoucauld lijkt het wel alsof de meeste zeventiende eeuwers nog druk in de kelder aan het rommelen zijn met kaarsen, terwijl hij reeds lang in het daglicht rondwandelt. Hij stierf in 1680, nu 322 jaar geleden, maar er is sindsdien in vele opzichten geen minuut verstreken.