‘Beste Daan, ik word 40 dit jaar en jij ook. Met het gegeven dat ik mij “in mijn kracht voel” (..) wil ik een fotoboek maken van veertig vrouwen van 40’, aldus een enthousiaste email die ik een aantal maanden geleden kreeg. De ervaring je in je kracht van je leven te voelen rond je 40e is een heel recente. 150 jaar geleden zou je rond die leeftijd aan je oude dag beginnen, maar tegenwoordig mag ik me verheugen op het feit dat ik – normaalgesproken – amper op de helft ben. In 150 jaar tijd is onze levensverwachting verdubbeld!
Die spectaculaire toename heeft natuurlijk grote consequenties en er wordt dan ook veel gedacht en gesproken over alle medische (rollators, chronische ziekten), economische (kunnen we de AOW nog wel betalen voor zo veel ouderen?) en demografische (wie werkt er straks nog in de vergrijsde samenleving?) aspecten. Maar dat wij veel ouder worden heeft natuurlijk ook existentiële consequenties: want hoe doe je dat, goed ouder worden? Is het een kwestie van zo lang mogelijk jong en kwiek proberen te blijven, of kent elke levensfase juist zijn eigen verdienste?
In De kunst van het ouder worden hebben de filosofen Joep Dohmen en Jan Baars teksten uit de geschiedenis van de filosofie verzameld over ouder worden. Een kleine selectie hiervan vindt u in dit nummer. En, over ouder worden gesproken, de onbetwiste nestor van de Nederlandse en Vlaamse filosofie Samuel IJsseling (1932) schrijft nog elke dag: ‘Filosofie is een levenshouding. Een manier van leven die inhoudt dat iemand zich telkens weer verwondert over het feit dat we er zijn.’ U leest het in het nieuwe nummer van Filosofie Magazine.