Home De kunst van het loslaten

De kunst van het loslaten

Door Jeroen Hopster op 02 februari 2016

Cover van 02-2016
02-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Laat los, doe niets, leert de taoïstische filosofie ons. Dat is bepaald geen oproep tot passiviteit, maar vooral een poging om zaken op hun beloop te laten.

Wie kennis maakt met de taoïstische filosofie, stuit meer dan eens op een paradox. Je kunt beginnen bij de lessen van grondlegger Laozi, die vermoedelijk leefde ten tijde van Confucius (zesde eeuw voor de jaartelling) en wiens lessen zijn vereeuwigd in de Daodejing. Maar gelijk een kanttekening: naar verluidt stelde Laozi zijn lessen met tegenzin op schrift. Hij wist: iemand die pretendeert een meester te zijn in de Dao-kunde, is het per definitie niet. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een andere weg is om te beginnen bij het centrale begrip van het taoïsme, Dao. Maar daar dient zich wederom een paradox aan: Dao kan niet gedefinieerd worden, want Dao is onbegrensd. Definities zijn begrenzingen: zodra je een verschijnsel definieert is het niet langer open, maar ingekaderd. Terwijl voor Dao juist geldt dat het onbegrensde mogelijkheid is, die voorafgaat aan enige invulling. En die we dus niet in concepten kunnen vangen. 

Het vertrekpunt van de nieuw verschenen Inleiding taoïstische filosofie is een ander taoïstisch kernbegrip: wuwei (zeg: ‘woewee’), doorgaans vertaald als niet-doen. Ook dat begrip is paradoxaal. Wuwei is de oefening van het loslaten, maar iemand die zich al te gretig op deze oefening stort zal daarin geheid falen. Vergelijk het met een poging om in slaap te vallen door voortdurend te denken: ‘Ik moet ophouden met denken en in slaap vallen.’ Wie zo te werk gaat is bezig te denken, in plaats van te slapen. Net zoiets geldt voor de kunst van het loslaten: wie zich daarop fixeert, houdt juist aan zaken vast.

Overactiviteit
Wat houdt wuwei, niet-doen, precies in? Wie er een oproep tot passiviteit in leest, of een rechtvaardiging van lethargie en desinteresse, slaat de plank mis. Wuwei is eerder de kunst om je te onthouden van overactiviteit. Zaken durven te delegeren, op hun beloop te laten, niet af te dwingen. Geef speelruimte aan de situatie en je zult zien: de dingen komen vanzelf op hun pootjes terecht. Of, met een frase die herhaaldelijk terugkomt in taoïstische teksten: ‘Wanneer niet-doen wordt gedaan, blijft niets ongedaan.’ 

Wuwei betekent dat je niets extra’s hoeft te doen: de overdaad, het teveel aan doen, is juist wat schaadt. Zo lezen we in hoofdstuk 57 van de Daodejing:

‘Hoe meer taboes en verboden er in de wereld zijn, hoe armer de mensen worden. 
Hoe meer scherpe wapens de mensen hebben, hoe wanordelijker het land zal zijn. 
Hoe meer handigheid en slinksheid de mensen bezitten, hoe meer bizarre zaken er zullen verschijnen. 
Hoe meer wetten en verordeningen worden afgekondigd, hoe meer rovers en dieven er zullen zijn.’

Vergelijkbare kritiek op de bemoei- en regelzucht van de overheid is twee millennia na dato nog altijd actueel. Je hoort het de anti-bureaucraat zeggen: we kunnen niet alle zaken met regels en beleidsmodules dichttimmeren. Sterker nog: dat wel te doen werkt averechts. Illegaliteit gedijt juist in een wereld van grenzen en verboden. Scherpe wapens lossen onze problemen niet op, maar verergeren die alleen maar. Neem de bommen die thans op Syrië worden gegooid: volgens sommigen legt dat de kiem voor een verknipte generatie. Wereldleiders zouden zich een taoïstische houding moeten aanmeten: de wereld was beter af als ze niet zouden handelen.

Taoïsme vertoont parallellen met de boeddhistische filosofie. Toevallig is dat niet: door de geschiedenis heen zijn er kruisbestuivingen geweest van taoïstische en boeddhistische ideeën. Maar er springt ook een verschil in het oog. Waar de boeddhistische filosofie krijgt toegeworpen dat het haar aan een duidelijke politieke theorie ontbreekt, is de context waarin het taoïsme ontstaat juist uiterst politiek. Laozi schreef zijn lessen voor de heersende elite.   

Wat voor lessen zijn dat? Neem de parabel die in Zhuangzi, een andere canonieke tekst, over een zeevogel wordt verteld, die per abuis aanbelandt in de provincie Lu. Een markies heet de vogel welkom en richt een copieus banket voor hem aan. Binnen drie dagen sterft de vogel. Hij had slechts een bakje water nodig.  

De moraal? De markies handelde weliswaar met goede bedoelingen, maar verzuimde te doen wat de situatie verlangde. Hij identificeerde zich te veel met zijn adellijke rol, waarin mores en protocol de boventoon voeren. Overidentificatie leidt tot een afgesloten bewustzijn, tot tunnelvisie. Tot een onvermogen om de wensen van een vogel en een vorst te onderscheiden

Visjes bakken
Over de manier waarop een ideale vorst de staat regeert leest vers 60 van de Daodejing: ‘Een groot land regeren is net als kleine visjes bakken.’ Visjes bakken vergt voorbereiding: je moet ze schoonmaken en olie in de pan doen. De mogelijkheidsvoorwaarden voor het bakken moeten aanwezig zijn. Net zo schept de heerser mogelijkheidsvoorwaarden waarbinnen de bevolking zich kan ontplooien. ‘Op die manier volgt hij Dao’, legt hoofdauteur Michel Dijkstra uit, ‘die ook aan alles en iedereen de ruimte geeft zonder iets te overheersen.’ De vorst is dus niet louter passief – maar hij beseft ook wanneer hij zich van handelen dient te onthouden. Visjes worden het snelst gaar, wanneer je zo min mogelijk in de pan roert. 

Inleiding taoïstische filosofie bevat hoofdstukken van vier experts, die verschillende accenten leggen. Regelmatig halen zij passages uit canonieke teksten aan, waarin de fabels en mythologische thema’s opduiken die het Chinese denken zo eigen zijn, alsook de humor, satire, en typische overdrijvingen die haar zo’n karakteristiek gezicht geven. Achter wuwei gaat een betekenis schuil die veel rijker is dan alleen ‘niet-doen’, leert de lezer. Loslaten betekent ook: je geest vrijmaken van vooropgezette plannen, en zo een bewustzijn scheppen dat open en alert is, ontvankelijk voor wat de specifieke situatie verlangt.