Home De auteur van… Neurofilosofie

De auteur van… Neurofilosofie

Door Marjan Slob op 13 maart 2013

10-2003 Filosofie magazine Lees het magazine
Filosofen en neurowetenschappers maken fouten die ze kunnen vermijden door samen te werken, denkt Hans den Boer. De Groningse hoogleraar biologische psychiatrie schreef zijn boek Neurofilosofie als oproep.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De laatste twintig jaar struikelt de ene doorbraak over de andere in de neurobiologie, vooral door de komst van apparaten die de werking van levende hersenen in beeld brengen. Specialisten zien inmiddels aan de hersenen van iemand of hij angstig is, praat, of een ruimtelijk probleem oplost. Hans den Boer geeft in zijn boek een overzicht van de stand van zaken in de biologische psychiatrie en probeert de conceptuele consequenties van al die nieuwe bevindingen te doordenken. Zijn doel: bruggen bouwen tussen filosofen en neurowetenschappers.Is dat nodig?
´Ja! Als we vooruit willen, dan moeten we interdisciplinair denken. Maar in realiteit groeien de disciplines juist verder uit elkaar. De academische wijsbegeerte gaat volledig haar eigen gang. In filosofische vaktijdschriften worden recente ontwikkelingen in de neurowetenschappen nauwelijks in de argumentatie betrokken, terwijl deze juist relevant zijn voor de philosophy of mind. Academische filosofen excelleren in gedachte-experimenten die volgens mij niet zo zinvol zijn. Die experimenten zijn niet alleen praktisch, maar ook principieel ondenkbaar. Zo’n brain in a vat, ach. Als de philosophy of mind de neurowetenschappen nog langer blijft negeren, dan is ze ten dode opgeschreven, daar ben ik van overtuigd. Neurowetenschappers lopen het liefst met een grote boog om conceptuele vragen heen. Tegelijkertijd gaan ze soms veel te ver in hun conclusies, juist omdat ze hun vooronderstellingen niet helder maken. Hun neiging om vanuit de biologie te denken maakt dat ze biologie vaak vanzelfsprekend als oorzaak van gedrag zien, terwijl er meestal alleen nog maar een samenhang geconstateerd is. En juist in conceptuele vragen zijn filosofen erg goed. Die mensen moeten bij elkaar!´

Wat zouden filosofen van neurowetenschappers kunnen leren?
´Dat er geen pure Rede is die in een soort natuurkundig niemandsland zweeft. Dat is echt een denkfout. Maar bijvoorbeeld ook dat er zoiets als onbewuste oordeelsvorming bestaat.

En wat zouden neurowetenschappers kunnen leren?
´Neurowetenschappers zouden zich de vraag moeten stellen: is er iets dat zich heeft losgezongen van de neurobiologie en desondanks relevant is? Ik denk dat zoiets er is: mentale processen. In mijn boek geef ik een aantal voorbeelden van psychische processen die we inmiddels helemaal tot op moleculair niveau kunnen volgen. Daaruit lijkt te volgen dat álle psychische processen terug te voeren zijn op de biologie. Neurobiologen en biologische psychiaters hebben dan ook de neiging om alles wat riekt naar betekenisverlening en vrije wil tot massieve illusies te verklaren. Maar dat gaat mij te ver. Je zou je theoretisch best kunnen voorstellen dat we ons op termijn gaan uitdrukken in het vocabulaire van de neurowetenschappen. Dan zeg je niet meer: `ik ben bang`, maar `mijn amygdala vuurt`, of iets dergelijks. Maar ik zie niet in wat de winst is van zo’n verbale face-lift.’

De helderheid en consistentie van je wereldbeeld nemen toe.
´Ja, maar je mist een taal voor subjectieve gewaarwordingen. Die vertaling is hoogstens een schijnverbetering. We praten dan misschien niet meer over onze gevoelens, maar dat wil niet zeggen dat die gevoelens er niet zijn. En ze zijn heel belangrijk voor de manier waarop we onszelf ontwerpen. Stel dat je in relatietherapie gaat, omdat je een partner hebt uitgezocht die toch niet helemaal bij jouw instelling aansluit. Wil je dan dat je therapeut zegt: dat komt doordat dit stukje in uw brein slecht functioneert? Het is dan toch handiger dat de therapeut je anders over jezelf na leert denken waardoor je samen met je partner een beter leven kunt leiden.
Vanzelfsprekend heeft die verandering van blik op jezelf een biologisch correlaat. De structuur van je hersenen verandert dan ook, daar ben ik van overtuigd. Soms zien we die verandering ook al. Maar de juiste vraag is: verander ik van gedachten omdat mijn brein van structuur verandert? Dat weten we niet.´

Neurofilosofie: hersenen, bewustzijn, vrije wil, door Johan A. den Boer, uitg. Boom, Amsterdam 2003, 340 blz., € 22,50