En sterktes.
‘Natuurlijk: alle goede kunst en wetenschap komt eruit voort. En wij zijn niet alleen verslaafd aan het waarde willen zien, het betekenis willen toekennen, maar we brengen die ook nog zelf voort – als bijproduct van de moeite die iets kost. Voorwerpen, toestanden, gevoelens zijn niet zomaar van zichzelf diep of hoog of waardevol, maar worden het door wat er voor nodig is om ze op te roepen, te zien, te beleven, te hebben.’
‘Maar moeite doen is niet alleen maar lijden of afzien, zoals bij het lopen. Het betekent net zo goed zorgen. Voor je gezin, je tuin of wat dan ook. Het is het werkelijk aandacht voor iets opbrengen, toegewijd zijn. Dat is een vorm van jezelf af redeneren, tegen je directe noodzakelijke overleven in redeneren, omdat je snapt dat je deel uitmaakt van een groter geheel – waarin jouw overleven en jouw waarden alleen via omwegen bereikt kan worden. Andere mensen hebben dat misschien met vissen.’
Is dit boek nu een ultieme filosofie van het lopen?
‘Welnee, het is een verslag van en over iemand die zich wil afzonderen en het lopen wil reconstrueren. Lopen als grenservaring, waarin allerlei zaken uit zijn leven bij elkaar komen. Gaandeweg het boek wordt echter duidelijk dat afstand nemen goed beschouwd helemaal niet kan. De plek die het lopen neemt, is het in verhevigde mate oproepen van al zijn rollen (van vader, schrijver, echtgenoot) waar hij zich zogenaamd van afzondert. Eenzaamheid kan dus niet. En lopen is dus geen leegte – wat hij aan het begin nog denkt – maar juist een volte!’
‘Hij kan zich niet afzonderen. Aan het einde van het boek vergelijkt hij de verliefdheid voor zijn vrouw en de hardlopersroes en het schrijven met elkaar: liefde, hardlopen en schrijven, het is allemaal bewustzijnsvernauwing, zelfvergeten. Het is onmogelijk een metapositie in te nemen, je staat nooit boven het verhaal waar je je zogenaamd van afzondert.’
Uit je boek blijkt niet dat je je theorie baseert op bepaalde filosofen.
‘Dat klopt, ik heb me op niemand gebaseerd. Ik ben erg benieuwd naar wat de filosofen te zeggen hebben; misschien is dat wel de reden waarom ik dit heb opgeschreven. Ik pretendeer ook niet dat dit een filosofische theorie is. Dit is een literair werk; het brengt geen filosofische begrippen voort, maar abstraheert ervaringsgegevens. Dat levert waarnemingskristallen op, die geldig zijn binnen de context van het boek. Ik breng hooguit een parafilosofische theorie.’
Looptijd, door Dirk van Weelden, uitg. Augustus, Amsterdam 2003, 173 blz., € 15,95